Spring naar inhoud

Onze bedrijfsvoering

5.1 Financiën

5.1.1 Toelichting College van Bestuur

Inleiding
De jaarrekening maakt als verantwoordingsdocument onderdeel uit van onze beleidscyclus. De beleidscyclus begint, voorafgaand aan het boekjaar, met het bepalen en vastleggen van de financiële kaders en uitgangspunten in onze routekaart en worden afgestemd op onze strategische koers. Deze kaders en uitgangspunten zijn vervolgens in de begroting vertaald naar de verschillende organisatieonderdelen. De begroting alsmede de jaarrekening zijn derhalve ontleend aan de beleidscyclus en congruent aan onze strategie.

Het financiële kader voor 2023 liet een begroot resultaat zien van -/- € 4,2 mln. Het uiteindelijke resultaat over 2023 is -/- € 7,7 mln. Op hoofdlijnen zien we dat het verminderde resultaat ad € 3,5 mln. voornamelijk te herleiden is door fors hogere personele lasten vanwege een hogere formatieve inzet die we met name ten behoeve van de uitvoering van de activiteiten vanuit het Nationaal Programma Onderwijs hebben ingezet en de éénmalige CAO-uitkering in augustus 2023. De in 2023 ontvangen middelen hebben wij doelmatig besteed aan het doel waarvoor wij de middelen hebben verkregen. 

Daartegenover staan, weliswaar in mindere mate, een hogere ontvangen Rijksbijdrage als gevolg van beleidskeuzes vanuit het Ministerie van OC&W en hogere ‘overige baten’ als gevolg van het volledig openstellen van het onderwijs en daarmee de faciliteiten in onze gebouwen alsmede hogere opbrengsten vanuit Inburgeringsactiviteiten en contractonderwijs.

In hoofdstuk 5.3 alsmede in hoofdstuk 2 van deel B van dit geïntegreerd jaardocument wordt het verschil nader toegelicht.

Het financiële kader bestaat niet alleen uit ons financieel resultaat. Onderstaand volgt een grafische weergave van de ontwikkeling van onze belangrijkste kengetallen in de afgelopen drie jaar. In ons treasury-verslag in hoofdstuk 5.2 wordt een toelichting gegeven op de ontwikkeling van de kengetallen.

Ontwikkeling van de balans ultimo 2023
In de balans 2023 (zie hoofdstuk 2 in deel B van dit geïntegreerd jaardocument) is zichtbaar dat het balanstotaal is afgenomen van € 126,2 mln. in 2022 naar € 116,1 mln. in 2023.

Dit wordt voornamelijk veroorzaakt door de afname van de liquide middelen met € 10,2 mln. doordat er meer nieuwe investeringen in materiële vaste activa zijn gedaan dan op de reguliere activa is afgeschreven. Onder andere in de revitalisering van de Kluiverboom en de EnergieHub050 is fors geïnvesteerd.

De vlottende activa nemen met € 3,8 mln. af. Dit komt voornamelijk doordat in 2022 een bedrag van € 5,3 mln. was opgenomen als vordering vanuit de kwaliteitsagenda 2019-2022. 

De liquide middelen zijn afgenomen met € 10,2 mln. wat wordt veroorzaakt door een negatieve kasstroom op investeringsactiviteiten. Tevens zijn de personeelslasten fors toegenomen en anderzijds zijn de vorderingen afgenomen omdat alle Rijksbijdragen ten behoeve van boekjaar 2023 zijn ontvangen.

Door het negatieve resultaat neemt het eigen vermogen met € 7,7 mln. af, waarvan € 5,1 mln. ten laste gaat van de algemene reserve. De publieke reserve nemen met € 2,8 mln. af, de private reserves nemen met € 0,2 mln. toe.

De personeelsvoorzieningen nemen bruto toe met € 0,9 mln., echter nemen ze netto maar met € 0,1 mln. toe. Dit is het gevolg van het contant maken van de waardering van de langdurige voorzieningen, wat een positief effect van € 0,8 mln. heeft.

De langlopende schuldpositie neemt ten opzichte van 2022 af met € 2,5 mln. als gevolg van reguliere aflossingen. De kortlopende schulden zijn nauwelijks afgenomen. 

5.1.2 Treasuryverslag, vermogenspositie en kengetallen

5.1.2.1 Treasuryverslag

Het op 13 december 2019 vastgestelde treasurystatuut is in overeenstemming met de Regeling beleggen, lenen en derivaten OCW 2016.

Uitgangspunt van ons treasurybeleid is het waarborgen van de continuïteit van de kerntaak van het Alfa-college door het beschermen van vermogens- en renteresultaten tegen ongewenste financiële risico’s en het optimaliseren van de renteresultaten binnen de limieten en richtlijnen van het treasurystatuut.

In dit beleid zijn onder andere de boven- en ondergrens en streefwaarde voor de solvabiliteit en de streefwaarde en signaleringswaarde voor de liquiditeit vastgelegd. Tevens is het financieringsbeleid vastgelegd, waarbij het Alfa-college niet belegt in derivaten en alleen gebruik maakt van conventionele instrumenten en methodieken. Daarnaast is de administratieve organisatie beschreven en zijn de taken en verantwoordelijkheden met betrekking tot de treasuryfunctie binnen het Alfa-college met de daarbij behorende bevoegdheden vastgelegd.

Het Alfa-college voert een dusdanig financieel beleid en beheer dat zijn voortbestaan in financieel opzicht is gewaarborgd. De balansstructuur (solvabiliteit) vormt hiervoor o.a. een belangrijke ijkwaarde. In het treasurystatuut is hiervoor een ondergrens bepaald van 32% en een bovengrens van 50% (exclusief voorzieningen). Het gerealiseerde percentage bedroeg ultimo 2023 50%. 

Wij hebben onze middelen op direct opneembare betaalrekeningen staan bij Nederlandse banken met een kredietwaardigheid > A, alsmede bij het Ministerie van Financiën (AAA). In de jaarrekening is in de toelichting op langlopende schulden een overzicht opgenomen van de lopende financieringen. 

Solvabiliteit (incl. voorzieningen) ultimo boekjaar

Bovenstaande grafiek in tabel-vorm:

Jaar Solvabiliteit (incl. voorz.) in % Solvabiliteit ondergrens Solvabiliteit bovengrens
Solvabiliteit streefwaarde
2023 56,9% 32% 50% 45%
2022 58,3% 32% 50% 45%
2021 56,7% 32% 50% 45%

Ontwikkeling solvabiliteit (excl. voorzieningen) ultimo boekjaar

Bovenstaande grafiek in tabel-vorm:

Jaar Solvabiliteit (excl. voorz.) in % Solvabiliteit ondergrens Solvabiliteit bovengrens Solvabiliteit streefwaarde
2023 50,4% 32% 50% 45%
2022 52,5% 32% 50% 45%
2021 52,0% 32% 50% 45%

Liquiditeit ultimo boekjaar

Bovenstaande grafiek in tabel-vorm:

Jaar Liquiditeit Liquiditeit norm (intern) Liquiditeit signaleringswaarde (Inspectie van het Onderwijs)
2023 0,93 1 0,75
2022 1,53 1 0,75
2021 1,56 1 0,75

5.1.2.2 Vermogenspositie

Ingevolge de Wet Educatie en Beroepsonderwijs wordt het exploitatieresultaat, met uitzondering van de mutaties in de bestemmingsreserves, toegevoegd of onttrokken aan de algemene reserve. De bestemmingsreserves worden aangehouden voor NPO, VAVO en Cursusgeld (publiek) en Inburgering (privaat). Het vermogen in de algemene reserve wordt aangehouden als continuïteitsreserve, ofwel een buffer voor mindere tijden en als vermogen voor investeringen op de lange termijn in nieuw te bouwen campussen.

Door het negatieve exploitatiesaldo 2023 is het eigen vermogen ten opzichte van 2022 afgenomen met € 7,7 mln. Dit negatieve resultaat is als volgt verdeeld over de algemene reserve en bestemmingsreserves conform het voorstel tot resultaatbestemming dat is opgenomen in Deel B paragraaf 10 van dit geïntegreerd jaardocument.

  • -/- € 5,1 mln. mutatie algemene reserve
  • +/+ € 0,4 mln. bestemmingsreserves publiek (VAVO en Cursusgeld)
  • -/- € 3,2 mln. bestemmingsreserves publiek (NPO)
  • +/+ € 0,2 mln. bestemmingsreserves privaat (Inburgering)

Naast het eigen vermogen is ook het vreemd vermogen onderdeel van onze vermogenspositie. Hieronder vallen de langlopende schulden en de voorzieningen.

De langlopende schulden zijn, zoals te zien is in onderstaand overzicht, per saldo afgenomen met € 2,5 mln. Totaal is er voor € 1,4 mln. aan nieuwe verplichtingen aangegaan. Tegenover de nieuw aangegane verplichtingen staat een aflossing van in totaal € 3,9 mln. De looptijd, rentevast periode alsmede het rentepercentage van de leningen is opgenomen in onderstaand overzicht.

Eigen Vermogen

Categorie 2023 2022 2021 2020
Algemene reserve  55.075   60.170   64.258   62.020 
Bestemmingsreserve Publiek excl. NPO  2.609   2.250   2.330   2.477 
Bestemmingsreserve Privaat  818   575   371   489 
Herwaarderingsreserve  -   -   -   - 
Statutaire reserve  1   1   1   1 
Totaal eigen vermogen (excl. NPO)  58.503   62.996   66.960   64.987 
Bestemmingsreserve Publiek NPO  -   3.202   1.001   - 
Totaal eigen vermogen (incl. NPO)  58.503   66.198   67.961   64.987 

Het saldo van de voorzieningen ultimo 2023 is met een bedrag van afgerond € 0,1 mln. toegenomen ten opzichte van 2022. In de jaarrekening (deel B van dit geïntegreerd jaardocument) is in de toelichting op voorzieningen een specificatie en analyse opgenomen. De wachtgeldvoorziening is afgenomen met € 0,1 mln., de ambtsjubileumvoorziening is afgenomen met € 0,2 mln., de voorziening voor duurzame inzetbaarheid (seniorenverlof) is toegenomen met € 0,1 mln. en de voorziening langdurig ziekteverzuim is met € 0,1 mln. toegenomen. De voorziening transitievergoedingen is gestegen met € 0,2 mln. ten opzichte van 2022.

Uitstaand vreemd vermogen rentevoet Rentevast Looptijd stand per aangegane aflossing Overige stand per looptijd looptijd looptijd
  % t/m t/m 01- 1-2023 leningen   mutatie 12-31-2023 <1 jaar 1 - 5 jaar >5 jaar
Overige langlopende schulden                      
Ministerie van Financiën (574) 3,39% 09-24-2035 09-24-2035  5.160.000   -   430.000   -   4.730.000   430.000   1.720.000   3.010.000 
Ministerie van Financiën (575) 3,78% 09- 3-2035 09- 3-2035  3.800.000   -   316.667   -   3.483.333   316.667   1.266.668   2.216.665 
Ministerie van Financiën (3681) 0,10% 12- 1-2028 12- 1-2028  6.857.143   -   1.371.429   -   5.485.714   1.371.429   4.114.287   - 
Ministerie van Financiën (3303) 0,79% 07- 1-2038 07- 1-2038  12.750.000   -   850.000   -   11.900.000   850.000   3.400.000   8.500.000 
Capgemini 0,25% n/a n/a  584.120   1.394.103   946.297   -   1.032.016   783.970   1.032.016   - 
Uitstaand vreemd vermogen        29.151.263   1.394.103   3.914.393   -   26.631.064   3.752.066   11.532.971   13.726.665 

5.1.2.3 Kengetallen

Toelichting bij de kengetallen

Het totaal aantal ongewogen bekostigde studenten is met 5,2% gedaald ten opzichte van 2022. Het aantal BOL-studenten is met 9,4% gedaald, terwijl het aantal BBL-studenten met 4,9% is gestegen. Het aantal verstrekte diploma’s steeg ten opzichte van het voorgaande jaar met 119 (3,15%). De daling van de studentenaantallen, de diploma’s en de veranderende samenstelling BOL/BBL heeft een negatieve invloed op het marktaandeel Rijksbijdrage. Deze daalt van 2,39% voor niveau 2 t/m 4 in 2022 naar 2,36% in 2023. Het marktaandeel entree blijft met 3,27% stabiel. (Bron: Terugmelding Bekostigingsgrondslagen van 15 januari 2024, DUO)

Ten opzichte van ultimo 2022 is het aantal fte’s ultimo 2023 met 89,4 fte toegenomen. Deze toename is met name het gevolg van de coronapandemie waarin er op een andere wijze onderwijs verzorgd diende te worden waardoor er een grotere behoefte was aan formatie. Deze toename kon bekostigd worden vanuit de NPO-middelen en de coronaenveloppe. Dit is tevens te zien in het P-aandeel. Deze neemt ten opzichte van 2022 toe tot 80,7 % wat betekent dat de relatieve toename van de formatie hoger is dan de relatieve toename van de baten ten opzichte van 2022. 

De solvabiliteit neemt licht af als gevolg van het negatieve exploitatieresultaat. De afname is minder groot als gevolg van het feit dat het gehele balanstotaal nog meer afneemt dan enkel het negatieve exploitatieresultaat, waardoor het aandeel eigen vermogen in het balanstotaal in 2023 relatief hoog blijft. De rentabiliteit laat een negatieve ontwikkeling zien conform het negatieve exploitatieresultaat. Het Alfa-college heeft ultimo 2023 geen bovenmatig eigen vermogen en ligt met een ratio eigen vermogen van 0,55 ruim onder de door de Inspectie van het Onderwijs gestelde signaleringswaarde van 1,00.

De liquiditeit daalt fors ten opzichte van 2022 maar ligt nog ruim boven de signaleringswaarde van de Inspectie van het Onderwijs. Wel is het liquiditeitsratio onder de interne eis ultimo 2023, waardoor de komende jaren voorzichtig zal worden omgegaan met grote investeringen. De huisvestingsratio laat een stabiele ontwikkeling zien vanaf 2021.

Aantal studenten

Categorieën 2023 2022 2021 2020
Aantal studenten BOL  7.413   8.183   9.253   9.682 
Aantal studenten BBL  3.604   3.436   2.992   2.595 
Aantal studenten totaal  11.017   11.619   12.227   12.227 
Aantal diploma's  3.902   3.783   3.845   3.845 

Kengetallen

Categorieën 2023 2022 2021 2020
Aantal fte’s ultimo[1] 1263,44 1173,5 1127,1 1041,7
P-aandeel (pers.kosten/totale baten) 81,1% 78,1% 74,9% 74,3%
Solvabiliteit 1 (Eigen vermogen/totaal passiva) 50,4% 53,0% 52,0% 50,0%
Solvabiliteit 2 (Eigen vermogen + voorzieningen/totaal passiva) 56,9% 58,9% 57,0% 56,0%
Signaleringswaarde mogelijk bovenmatig eigen vermogen 55,0% 67,8% 70,0% 69,0%
Rentabiliteit (resultaat/totale baten) -5,3% -1,3% 2,4% 4,3%
Liquiditeit (vlottende activa /kortl.schulden) 0,93 1,56 1,6 1,2
Huisvestingsratio (huisvestingslasten + afschrijving gebouwen & terreinen)/totale lasten) 0,1 0,09 0,09 0,09
Investeringen x € 1 miljoen 12,21 4,94 8,20  12,7

Rentabiliteit ultimo boekjaar

Bovenstaande grafiek in tabel-vorm:

  Rentabiliteit (resultaat/tot.baten in %) Rentabiliteit begroot
2023 -0.053 -0.033
2022 -0.013 -0.029
2021 0.024 -0.025

Aantal fte's ultimo boekjaar

Bovenstaande grafiek in tabel-vorm:

  Aantal FTE's ultimo Begroot
2023 1263.44 1087
2022 1173.5 1084
2021 1127.1 1011

P-aandeel ultimo boekjaar

Bovenstaande grafiek in tabel-vorm:

  P-aandeel (pers.kosten/tot. baten in %) P-aandeel begroting
2023 0.811 0.761
2022 0.781 0.778
2021 0.749 0.768

5.1.3 Analyse van de verschillen tussen de realisatie en de begroting 2023

De begroting maakt onderdeel uit van onze beleidscyclus en betreft een financiële planning behorend bij de strategische doelen die we willen behalen. Hieronder wordt weergegeven in hoeverre de financiële realisatie afwijkt van de financiële planning gevolg door een toelichting per relevante categorie. Voor een nadere analyse verwijzen wij naar deel B hoofdstuk 9 (de jaarrekening) van dit geïntegreerd jaardocument.

In de laatste kolom van onderstaand overzicht is de begroting 2023 opgenomen. Een analyse van de verschillen tussen de realisatie 2023 en de begroting 2024 is terug te vinden in hoofdstuk 5.4.

Categorieën Begroting 2023 Werkelijk 2023 Verschil 2023
bedragen x €1.000
3.1 Rijksbijdragen  115,5   121,5   6,0 
3.2 Overheidsbijdragen / subsidies overige overheden  1,6   2,4   0,8 
3.3 Wettelijke college- / cursus- / examengelden  1,6   1,9   0,3 
3.4 Baten werk in opdracht van derden  6,0   7,9   1,9 
3.5 Overige baten  2,4   3,5   1,1 
       
4.1 Personeelslasten  96,8   111,2   14,4 
4.2 Afschrijvingen  8,4   8,4   0,0 
4.3 Huisvestingslasten  9,4   9,4   0,0 
4.4 Overige lasten  16,2   16,9   0,7 
Saldo Baten en lasten uit de gewone bedrijfsvoering  -3,7   -8,8   -5,1 
       - 
6 Financiële baten en lasten  -0,6   1,1   1,7 
8 Resultaat deelnemingen  -   0,1   0,1 
Saldo Baten en lasten uit de financiële bedrijfsvoering  -0,6   1,1   1,7 
       
Totaal Resultaat (incl. afrondingsverschil)  -4,3   -7,7   -3,4 

Rijksbijdragen (+/+ € 6,0 mln.)
De Rijksbijdragen (3.1) zijn ten opzichte van de begroting aanzienlijk hoger uitgevallen. In de begroting was rekening gehouden met een lager landelijk budget als gevolg van minder studenten in het MBO en een kleiner marktaandeel voor het Alfa-College (verschuiving BOL/BBL en een krimpregio). Deze hogere rijksbijdrage wordt grotendeels veroorzaakt door een toename van de lumpsum door de een hogere loon- en prijscompensatie, ontvangen middelen niveau 2 vanuit het coalitieakkoord, hogere ontvangst vanuit de knelpuntenpot en een hogere ontvangst vanuit subsidies PDG/Zij-Instroom. Al deze wijzigingen zijn gedurende 2023 door het Ministerie bekend gemaakt en konden derhalve geen onderdeel uitmaken van de initiële begroting, maar betreft wel jaarlijks terugkerende baten. 

Overheidsbijdragen/ subsidie overige overheden (+/+ 0,8 mln.)
De overige subsidies OCW zijn ten opzichte van de begroting € 0,8 mln. hoger uitgevallen en € 0,8 mln. lager ten opzichte van 2022. Onder de geoormerkte subsidies vallen Nazorg MBO 2023, de inhaal- en ondersteuningsprogramma’s, Extra Hulp in de Klas en Extra Begeleiding en de projecten RIF Vitaliteit en RIF Circulariteit, welke als éénmalige baten kunnen worden aangemerkt (€ 0,8 mln.).

Wettelijke college-/ cursus-/examengelden (+/+ € 0,3 mln.)
De Wettelijke college- / cursus- / examengelden (3.3) zijn toegenomen doordat er ten tijde van het opstellen van de begroting rekening werd gehouden met een lager aantal studenten BBL. Het studentenaantal is toch hoger uitgevallen dan verwacht.

Baten werk in opdracht derden (+/+ € 1,9 mln.)
De Baten werk in opdracht derden (3.4) zijn toegenomen en dit wordt grotendeels veroorzaakt door de Inburgeringsactiviteiten, LLO-activiteiten en de baten in opdracht van derden. In de begroting was rekening gehouden met een afbouw van de Inburgeringsactiviteiten in 2023, echter vinden deze momenteel nog plaats. De LLO-activiteiten zijn verdubbeld ten opzichte van 2022, maar nog wel minder dan de helft als wat er begroot was. De baten werk in opdrachten van derden zijn o.a. gestegen ten opzichte van de begroting door de samenwerking met Drenthe College op het gebied van MBO Sport- en Bewegen. Dit betreft jaarlijks terugkerende baten.

Overige baten (+/+ € 1,1 mln.)
De overige baten (3.5) nemen toe ten opzichte van de begroting. In eerdere jaren was er nog sprake van (gedeeltelijke) lockdowns en verminderde openingstijden. Begin 2022 werden de laatste corona-maatregelen opgeheven en deze zijn ook niet weer terug ingesteld in latere periodes. Hierdoor is een toename te zien van de kantineopbrengsten en detacheringsopbrengsten. Daarnaast is er ultimo 2023 een bate opgenomen inzake pre pro rata voor boekjaar 2023. Dit betreft allen jaarlijks terugkerende baten.

Personeelslasten (-/- € 14,4 mln.)
De totale personeelslasten (4.1) zijn fors toegenomen. Hieronder vallen mede de kosten voor bruto lonen & salarissen welke zijn toegenomen met € 13,0 mln. als gevolg van meer personele inzet dan begroot. Dit om o.a. uitstroom op de middellange termijn als gevolg van pensioneringen op te vangen alsmede vanwege het behouden van ‘goed’ personeel dat momenteel moeilijk uit de markt te halen is. Tevens hebben we de hogere rijksbijdragen vanuit de coalitieakkoordmiddelen (zie Rijksbijdragen) gebruikt voor een intensivering van formatie op niveau 2. Tevens heeft er in 2023 een éénmalige uitkering o.b.v. cao plaatsgevonden, welke tot € 1,4 mln. hogere lasten heeft gezorgd.

De hogere inzet personeel is bij te sturen in volgende jaren, zodat in lijn met de dalende studentenaantallen het aantal fte ook zal afnemen.

De overige personele lasten nemen toe met € 1,3 mln. met name veroorzaakt door een toename van de kosten voor personeel niet in loondienst ad € 1,3 mln. Deze toename sluit aan bij de hierboven genoemde reden voor toename van de bruto lonen & salarissen.

Overige lasten (-/- € 0,7 mln.) 
De overige lasten (4.4) stijgen ten opzichte van de begroting. Deze stijging bestaat uit diverse relatief kleine afwijkingen op overige kosten zoals ‘Software licenties’ en ‘Kantinekosten’. Deze kosten zijn hoger begroot dan uiteindelijk gerealiseerd.

5.1.4 Vooruitblik en begroting 2024

Het begrote exploitatieresultaat voor 2024 is € 2 mln. negatief. In de meerjarenraming die was opgenomen in de continuïteitsparagraaf van ons geïntegreerd jaardocument 2022 gingen we voor 2024 uit van een resultaat van € 0,5 mln. positief. Dit verschil van -/- € 2,5 mln. wordt voor een belangrijk deel veroorzaakt door een hogere (personele) inzet. Voor 2024 is middels formatieplannen per locatie een taakstelling ingesteld ten aanzien de formatie. Op deze manier wordt geprobeerd de formatie voor personeel af te bouwen. Daarnaast zijn er additionele middelen vrijgemaakt en opgenomen in de begroting ten behoeve van de strategische speerpunten LLO, duurzaamheid, flexibilisering, vitaliteit en digitalisering.

Hieronder wordt een nadere toelichting gegeven op de significante verschillen in de baten en lasten tussen de realisatie 2023 en de begroting 2024.

Vooruitblik en begroting 2024

       
Categorieën begroting werkelijk verschil
bedragen x €1.000 2024 2023  
3.1 Rijksbijdragen  123,8   121,5   2,3 
3.2 Overheidsbijdragen / subsidies overige overheden  1,8   2,4   -0,6 
3.3 Wettelijke college- / cursus- / examengelden  1,5   1,9   -0,4 
3.4 Baten werk in opdracht van derden  5,9   7,9   -2,0 
3.5 Overige baten  3,0   3,5   -0,5 
       
4.1 Personeelslasten  103,1   111,2   -8,1 
4.2 Afschrijvingen  9,2   8,4   0,8 
4.3 Huisvestingslasten  8,6   9,4   -0,8 
4.4 Overige lasten  17,0   16,9   0,1 
Saldo Baten en lasten uit de gewone bedrijfsvoering  -1,9   -8,8   6,9 
       
6 Financiële baten en lasten  -0,1   1,1   -1,2 
8 Resultaat deelnemingen  -   0,1   -0,1 
Saldo Baten en lasten uit de financiële bedrijfsvoering  -0,1   1,1   -1,2 

Rijksbijdragen ( -/- € 2,3 mln.)
De Rijksbijdragen (3.1) nemen ten opzichte van 2022 in 2023 toe. Dit wordt deels veroorzaakt door toename van de lumpsum en daarnaast de toename van te ontvangen kwaliteitsgelden MBO.   

Baten werk in opdracht van derden (-/- € 2,0 mln.)
Ten opzichte van 2023 zullen de baten werk in opdracht van derden (3.4) afnemen met € 2,0 mln. De reden van deze afname heeft te maken met de verwachte afname van de inburgeringsactiviteiten en de afname in educatiegelden. In 2023 ook enkele éénmalige vergoedingen ontvangen. De baten met betrekking tot LLO zullen naar verwachting wel stijgen.

Overige baten (-/- 0,5 mln.)
De overige baten (3.5) zullen naar verwachting gaan afnemen. Dit betreft het saldo van diverse toe- en afnames in de baten van onder andere detacheringen.

Personeelslasten (-/-€ 8,1 mln.)
Ten opzichte van 2023 zullen de personeelslasten (4.1) naar verwachting afnemen met € 8,1 mln. De formatiebegroting is afgezet tegen de geprognosticeerde inzet per 1 januari 2024. Voor een groot gedeelte wordt dit veroorzaakt door een lagere taakstelling.  De formatie wordt in overwegende mate bepaald aan de hand van de meest recente studentenaantallen. Door de  verwachte lagere studentenaantallen is er minder formatie benodigd. Halverwege 2023 zijn de NPO middelen komen te vervallen waardoor er minder in te zetten formatieruimte is.  

Daarnaast verwachten we dat de overige personele lasten zullen afnemen als gevolg van minder aanspraak op de thuiswerk-regeling en het inzetten van minder externe inhuur.

Huisvestingslasten (-/- € 0,8 mln.)
De huisvestingslasten (4.3) zullen in 2024 gaan afnemen. Deze afname is een gevolg van het opzeggen van de huur van kantoorruimte aan het Winschoterdiep. Daarbij is ook begroot dat er minder gebruik zal worden gemaakt van externe huurlocaties vanwege gestegen kosten.

5.2 Risicomanagement

Risicomanagement geeft ons op gestructureerde wijze inzicht in de kansen en risico’s van het Alfa-college en/of van een bepaald thema. Door te structureren kunnen we tijdig (bij) sturen op het realiseren van onze (strategische) doelen en het borgen van de continuïteit en compliance. 

Binnen het Alfa-college ontstaat steeds meer bewustwording ten aanzien van risicomanagement. We hebben in 2023 stappen gemaakt met het opstellen van het risicobeleid en het risicoprofiel. Er zijn verkennende gesprekken gevoerd over applicaties (software) wat ons gaat helpen bij het inzichtelijk maken van risico’s en de monitoring. In relatie tot de campusontwikkeling (duurzaamheid en vitaliteit) hebben we risico’s geïdentificeerd en geanalyseerd. We hebben tevens risicoanalyses uitgevoerd op het gebied van fraude en IBP. Daarnaast hebben we een IT Maturityscan uit laten voeren t.a.v. IT Risicomanagement. We streven ernaar om risicomanagement verder te integreren in onze P&C-cyclus (Alfa-kompas). Onze risicobereidheid is in algemene zin gering.

Het interne risicobeheersings- en controlesysteem
Het interne beheersings- en controlesysteem heeft zowel betrekking op het onderwijs als op de ondersteunende processen in onze organisatie. Hieronder wordt aangegeven hoe ons interne beheersings- en controlesysteem functioneert:

  • Strategisch beleid: De strategische koers is uitgewerkt rondom de drie koersuitspraken. Dit is verder vertaald naar de vijf strategische speerpunten in de Routekaart waarbij doelstellingen en stuurinformatie zijn vastgesteld. Het Alfa-Kompas (als instrument in de P&C-cyclus) helpt ons bij het monitoren en bijsturen om onze strategische koers te realiseren.
  • Integrale rapportage: In de P&C-cyclus (Alfa-kompas) wordt driemaal per jaar (oktober, februari en juni) terug- en vooruitgekeken. Dit zijn de zogenoemde Navigatiedagen. Op basis van de vooraf bepaalde stuurinformatie in de Routekaart wordt een rapportage (GPS) opgesteld (data en duiding) als input voor de Navigatiedagen met het College van Bestuur en de directie over de voortgang en prognose t.a.v. de strategische doelstellingen en de continuïteit en wat mogelijk nodig is om bij te sturen.
  • Financiële meerjarenbegroting: Dit is een belangrijk sturingsinstrument waarmee de (financiële) effecten van het strategisch beleid en de verwachte interne en externe ontwikkelingen inzichtelijk worden gemaakt. We maken vorderingen met het beleidsrijk begroten. Met behulp van dit sturingsinstrument kan onder meer het effect van beleidskeuzen, risico’s en ontwikkelingen op het (toekomstige) resultaat, het vermogen, de balansposities en de financieringsstructuur inzichtelijk worden gemaakt. Jaarlijks wordt de meerjarenbegroting ter goedkeuring voorgelegd aan de Raad van Toezicht
  • Het Alfa-college past het three lines model toe bij de inrichting van de organisatie om aantoonbaar integraal in control te zijn op de strategische ontwikkelingen en de continuïteit van de organisatie. Een transitie van waardegedreven naar een waarden- en datagedreven organisatie moet hierbij ondersteunen.
  • Kwaliteitszorgsysteem leerproces: We monitoren de kwaliteit van het onderwijs en de examinering aan de hand van dialoog en relevante indicatoren als onderdeel van het kwaliteitszorgsysteem. Aan opleidingen die niet voldoen aan de minimale eisen van de eisen die gesteld worden in het toezichtskader van de Inspectie voor het Onderwijs besteden we extra aandacht
  • Interne audits: Het Alfa-college zet interne audits in als instrument om de besturingsfilosofie aangaande continu verbeteren te realiseren en om aanvullende zekerheid te verkrijgen ten aanzien van het realiseren van de strategie en het borgen van de continuïteit en compliance. In 2023 hebben we een intern audit framework opgezet. Als onderdeel daarvan hebben we een intern auditbeleid en een intern auditplan opgesteld. Naast de interne audits gericht op het leerproces hebben we voor het eerst ook een interne audit gericht op ondersteunende processen uitgevoerd. We zijn gestart met een audit over de inkoopfunctie. Deze audit heeft waardevolle inzichten en aanbevelingen opgeleverd.  
  • Personeel: Voor de verschillende regio’s/locaties zijn strategische personeelsplannen opgesteld die regelmatig worden geactualiseerd en wordt de ontwikkeling van het aantal WW- en BW-gerechtigden continu gemonitord
  • Informatiebeveiliging en privacy: Sinds 25 mei 2018 is de Algemene verordening gegevensbescherming (AVG) van toepassing. Het Alfa-college sluit met het beleid aan bij deze wetgeving en heeft een functionaris gegevensbescherming in dienst die waakt over correcte toepassing van de AVG. In 2023 zijn diverse verbeteringen vanuit het Verbeterregister, de Benchmark en het Jaarplan IBP opgepakt.
  • Interim controle: In de rapportage van zijn jaarlijkse interim controle geeft de accountant zijn bevindingen weer naar aanleiding van zijn onderzoek naar de bedrijfsvoering en de processen. Ook dit jaar is de interim controle 2023 uitgevoerd op de hoofdlijnen van de bedrijfsprocessen.
  • Frauderisico analyse: In 2023 zijn we gestart met het uitvoeren van een frauderisico analyse. We hebben frauderisico’s geïdentificeerd en geanalyseerd aan de hand van kans en impact. Vervolgens hebben we beheersmaatregelen in kaart gebracht en vervolgacties benoemd.

Belangrijkste risico’s en onzekerheden

Studentenwelzijn
Diverse onderzoeken tonen aan dat het niet goed gesteld is met de mentale gezondheid van studenten. Tijdens de coronacrisis is het welzijn van veel studenten onder druk komen te staan. Inmiddels zijn de coronamaatregelen verleden tijd, maar we zien nog steeds de impact hiervan op onze studenten (zie Veilige School). Dit komt boven op de zorgen die zij al hadden over sociale ongelijkheid, het vinden van een woning, de klimaatcrisis, enzovoort. Het verminderde welbevinden van mbo-studenten heeft direct invloed op de primaire taak van het Alfa-college. De persoonlijke begeleiding van studenten is een belangrijk middel dat we inzetten om het welbevinden van studenten te bespreken.

Arbeidsmarkt
De arbeidsmarkt voor docenten mbo kenmerkt zich in het algemeen door krapte. Dit wordt met name veroorzaakt door toenemende benodigde instroom van docenten. Gegeven de tekorten die momenteel spelen in het bedrijfsleven in veel sectoren, zal ook dit zijn effect hebben op de tekorten aan docenten in de beroepsgerichte vakken in het mbo. Het Alfa-college speelt hierop in door te werken aan en met een strategisch personeels-ontwikkelplan en door te kiezen voor duurzame relaties.

Demografische krimp
Tegelijkertijd maakt het Alfa-college deel uit van een regio waar sprake is van (voorspelde) demografische krimp. Het aantal huishoudens en de omvang van de bevolking zullen naar verwachting in een aantal omliggende regio’s (verder) dalen. Het aantal studenten dat deelneemt aan reguliere leertrajecten neemt dus af. We anticiperen op deze verandering door in DNA-verband aan de slag te gaan met een doorlichting van het opleidingsportfolio, maar ook door in te zetten op Leven Lang Ontwikkelen t.b.v. een sterke regio. De impact hiervan op het financiële resultaat is momenteel nog beperkt, maar zal in toekomst naar verwachting stijgen.

Financiën
Het Alfa-college voldoet aan de streefwaarden van de financiële ratio’s. Onzekerheden ten aanzien van de demografische krimp in combinatie met het wegvallen van (tijdelijke) middelen (NPO) en de verschuiving van BOL naar BBL kunnen een aanzienlijke financiële impact hebben. Dat maakt dat we extra alert zijn op de ontwikkeling van de financiële situatie en daarop bijsturen. In het bijzonder besteden we extra aandacht aan het strategisch personeels-ontwikkelplan en investeringen. Daarnaast heeft inflatie invloed op de financiën van het Alfa-college. Dit vraagt om verscherpte aandacht ten aanzien van de liquiditeit, zodat er tijdig kan worden (bij)gestuurd.

Operationele activiteiten
LLO is een nieuwe activiteit voor het Alfa-college. Dit brengt risico’s met zich mee ten aanzien van de interne administratie, ICT en fraude. We nemen maatregelen om deze risico’s te reduceren. We passen de interne administratie aan, zodat we de opbrengsten en kosten kunnen monitoren. Het CRM-systeem implementeren we met de nodige zorgvuldigheid. En aan de hand van frauderisicomanagement brengen we de benodigde controles in kaart. Ook voor andere operationele activiteiten bestaat het risico op fraude. Het bestrijden van fraude realiseren we door een sterke ethische cultuur te creëren die fraude ontmoedigt en robuuste interne controles te implementeren om waargenomen fraudemogelijkheden te minimaliseren. We werken continu aan het verbeteren van deze aanpak binnen de context van de organisatiecultuur onder andere door een frauderisicoanalyse op te stellen die jaarlijks wordt besproken met het College van Bestuur en de Raad van Toezicht. De mogelijke impact van deze risico’s op het financiële resultaat is gering.

Financiële verslaglegging
De samenwerking met Drenthe College (vanaf 2024 samen met Terra) en Noorderpoort op het gebied van LLO brengt een beperkt risico met zich mee ten aanzien van de financiële verslaglegging. Deze samenwerking vraagt om een degelijke verdeling van opbrengsten en kosten. We voeren hier in gezamenlijkheid gesprekken over en nemen maatregelen om de betrouwbaarheid van de financiële verslaglegging te waarborgen. Daarnaast volgen we regels en richtlijnen als het gaat om waarderingsvraagstukken ten aanzien van balansposten waarbij subjectiviteit een rol speelt om het risico op onjuiste waarderingen te reduceren.

Wet- en regelgeving
We verwachten dat het Alfa-college in de toekomst zal moeten voldoen aan wetgeving over duurzaamheidsverslaglegging (Corporate Social Reporting Directive). We zijn gestart met het verkennen van de impact hiervan op onze organisatie.

5.3 Notitie helderheid

De notitie Helderheid 2004 geeft aan de hand van acht thema’s duidelijkheid over de interpretatie en toepassing van de bekostigingsregels. Per thema leggen we verantwoording af over de wijze waarop we de bekostigingsregels hebben toegepast.

Thema 1: Uitbesteding
Bij het Alfa-college is er in 2023 geen bekostigd onderwijs uitbesteed aan een andere, al dan niet bekostigde, instelling of organisatie tegen betaling van de geleverde prestaties.

Thema 2: Investeren van publieke middelen in private activiteiten.

De beleidsregel investeren met publieke middelen in private activiteiten is met ingang van 15 april 2021 in werking getreden en bevat de voorwaarden waaronder bekostigde MBO-instellingen met publieke middelen mogen investeren in private activiteiten. Deze beleidsregel vervangt thema 2 van de Notitie Helderheid. Verantwoordingsjaar 2023 is het eerste jaar dat de verantwoording over private activiteiten in het bestuursverslag opgenomen dient te worden.

Het Alfa-college zet publieke middelen in voor private niet-bekostigde activiteiten die bijdragen aan het realiseren van ons onderwijs. Deze activiteiten moeten een meerwaarde hebben voor onze studenten. We voldoen daarmee aan de voorwaarde dat private activiteiten in lijn zijn met en meerwaarde opleveren voor de bekostigde wettelijke taak. 

Met LLO dragen we kennis over ten behoeve van de maatschappij (omvang € 1,5 mln). Daarnaast zien we het als onze publieke taak om de regionale arbeidsmarkt te ontwikkelen en daar vanuit onze maatschappelijke opdracht een bijdrage aan te leveren. Het Alfa-college stelt zich dan ook op het standpunt dat de LLO-activiteiten dusdanig verweven zijn met onze publieke taak dat die op zichzelf niet aan te merken zijn als private activiteiten. 

Voor de activiteiten die we aanbieden aan derden maken we gebruik van een calculatiemodel met de integrale kostprijs als uitgangspunt. We passen hierbij bedrijfseconomische principes toe en baseren de berekening op een realistische raming van kosten, inclusief een marktconforme risico-opslag.   Dit draagt bij aan het voorkomen van oneerlijke concurrentie. Financiële resultaten van private activiteiten waarbij publieke middelen zijn ingezet voegen we toe aan of brengen we ten laste van het publieke eigen vermogen, uitgezonderd de baten ten aanzien van inburgeringsactiviteiten. We monitoren de financiële resultaten van (private) activiteiten en leggen verantwoording hierover af in specifieke rapportages.

In onderstaande overzicht verantwoorden we de niet-bekostigde activiteiten die we op basis van onze inhoudelijke assessment, de beleidsregel en opvolgende correspondentie van OCW hebben onderkend. Hierbij hebben we enkel de activiteiten met een bate groter dan € 100.000 onderkend. 
De private activiteiten zijn onderdeel van de baten werk in opdracht van derden (€ 7,8 mln., waarvan € 1,9 mln. privaat) en Overige baten (€ 3,5 mln., waarvan € 1,5 mln. privaat).

De overige baten werk in opdracht van derden betreft een groot aantal verschillende activiteiten waarvoor baten worden ontvangen van onderwijsinstellingen, gemeenten, zorginstellingen, MBO-raad, etc. voor resterende niet-zijnde publiek verleende diensten. Deze groep activiteiten is hieronder, vanwege de grote diversiteit en geringe financiële omvang per activiteit, verder niet toegelicht.

Baten werk in opdracht van derden Publiek Privaat Totaal
Contractonderwijs 1.569.302 0 1.569.302
Inburgering 0 1.381.334 1.381.334
Overige baten werk in opdracht van derden 4.313.787 612.628 4.926.415
Totaal 5.883.089 1.993.962 7.877.051
Overige baten Publiek Privaat Totaal
Opbrengst verhuur 0 168.899 168.899
Detachering personeel 714.080 174.536 888.616
Opbrengst catering 0 975.757 975.757
Opbrengst BPV 0 167.672 167.672
Overig 1.310.842 0 1.310.842
Totaal 2.024.922 1.486.864 3.511.786

Inburgering

Omvang van de baten (privaat) € 1.381.334
Omvang investering publieke middelen n.v.t.
Beschrijving investering publieke middelen Er wordt inzake inburgering niet geïnvesteerd met publieke middelen. Ingezet personeel wordt specifiek ingehuurd voor Inburgering, gebruik van ruimtes worden doorbelast.
Risicobeleid en beheer De baten en lasten worden gepland en gemonitord in de P&C cyclus, waarmee grip wordt gehouden op financiën en doelstellingen. Voor inburgering is er een private bestemmingreserve van toepassing.
Juridische en organisatorische inbedding De activiteiten vallen onder de juridische verantwoordelijkheid van het Alfa-college en worden apart geadministreerd. De uitvoering en invulling is de verantwoordelijkheid van een afzonderlijke organisatie eenheid.
Meerwaarde publieke investering De activiteit sluit aan bij de maatschappelijke opdracht en onze strategische visie.

Verhuur van ruimtes, lokalen, etc.

Omvang van de baten (privaat) € 168.898
Omvang investering publieke middelen € 168.898
Beschrijving investering publieke middelen De investering van publieke middelen bestaat uit het beschikbaar stellen van roerend en onroerend goed.
Risicobeleid en beheer Verhuur van ruimtes voor contractactiviteiten gebeurt op basis van het kostprijsmodel; voor overige verhuur wordt hier ook gebruik van gemaakt. Betreft contracten voor bepaalde tijd, dus niet structureel van aard.
Meerwaarde publieke investering Het verhuren van ruimtes heeft tot gevolg dat bedrijven en andere instellingen ‘in huis’ worden gehaald. Dit zorgt ervoor dat een onderwijsinstelling zijn relatie met werkgevers in de regio kan versterken, waardoor er mogelijk meer stageplaatsen en/of leerwerkplaatsen beschikbaar komen. Een intensievere samenwerking met werkgevers in de regio kan ook leiden tot meer en beter inzicht in de behoeften van werkgevers zodat het onderwijs daarop kan worden aangepast. Daarnaast wordt de doelmatigheid van het gebruik van gebouwen en materialen bevorderd.

Detachering

Omvang van de baten (privaat) € 174.536
Toelichting Betreft overdracht van kennis (onderwijs) en met name ondersteuning bij taken van andere (publieke) instellingen of in samenwerkingsverband met andere onderwijsinstellingen.
Detachering bij andere onderwijsinstellingen is aangemerkt als publieke activiteit door de bijdrage aan wettelijke, bekostigde taken en derhalve niet hier opgenomen.
Omvang investering publieke middelen € 174.536
Beschrijving investering publieke middelen Inzet van uitvoerend personeel tegen integrale kostprijs
Risicobeleid en beheer Betreft detacheringsovereenkomsten voor bepaalde tijd, dus niet structureel van aard. Richtlijn is dat de gedetacheerde wordt bezoldigd conform de cao MBO, inclusief een opslag voor de werkgeverslasten. Per nieuwe detacheringsovereenkomst en/of verlenging worden tarieven vastgelegd en het doel van de detachering bepaald. Het financieel kader voor deze activiteiten is dat ze minimaal resultaatneutraal moeten zijn. Daarbij wordt als uitgangspunt de btw wetgeving gevolgd omtrent vrijgestelde en belaste detachering en de bijbehorende toe te rekenen kosten.
Meerwaarde publieke investering Detachering van personeel, in welke vorm dan ook, kan leiden tot een grotere deskundigheid van docenten en wanneer die deskundigheid ook voor de bekostigde wettelijke taak kan worden benut, is er sprake van meerwaarde. Daarnaast bevordert het de persoonlijke en professionele ontwikkeling en daarmee de kwaliteit en de aantrekkelijkheid van het werken in de mbo-sector.

Exploitatie kantine

Omvang van de baten (privaat) € 975.757
Omvang investering publieke middelen € 1.139.565
Beschrijving investering publieke middelen Kostprijs van de omzet
Risicobeleid en beheer Ten behoeve van de prijszetting maken we gebruik van kostprijsberekeningen.
Juridische en organisatorische inbedding De activiteiten vallen onder de juridische verantwoordelijkheid van het Alfa-college en worden apart geadministreerd. De uitvoering en invulling is de verantwoordelijkheid van de facilitaire dienst.
Meerwaarde publieke investering Exploitatie van de kantine levert een meerwaarde op voor het bekostigde onderwijs. Het versterkt de onderlinge verbinding; we leren elkaar beter kennen in de werk- en leergemeenschap die we vormen. Wanneer docenten en studenten gebruik kunnen maken van de voorzieningen van een kantine (broodjes, sappen en zuivel) dan leidt dat tot een betere motivatie en prestatie.

Exploitatie BPV (leerwerkbedrijven)

Omvang van de baten (privaat) € 167.672
Omvang investering publieke middelen € 120.086
Beschrijving investering publieke middelen Studenten gebruiken voor de uitvoering van hun praktijkonderwijs materieel en leermiddelen. Het onderwijs in leerwerkbedrijven is een integraal onderdeel van het reguliere onderwijs. Het is niet eenduidig om de investering met publieke middelen op te knippen in een publiek en privaat deel. De keuze is gemaakt om enkel de materiële kosten als publieke investering aan te merken. De met het leerwerkbedrijf gemoeide personele inzet is daarmee volledig als publieke taak gekwalificeerd.
Risicobeleid en beheer Private activiteiten worden getoetst aan de voorwaarden van de beleidsregel. De (publieke) investeringen worden gepland en gemonitord in de P&C cyclus, waarmee grip wordt gehouden op financiën en doelstellingen.
Meerwaarde publieke investering Praktijkonderwijs en beroepspraktijkvorming, waaronder leerwerkbedrijven, zijn een belangrijk onderdeel van het kwalificatiedossier. Een groot deel van de activiteiten richt zich op dienstverlening, waarbij de deelname van derden wordt gevraagd. Een ander deel richt zich op de doelmatige bedrijfsvoering, zoals de verkoop van een product voortkomend uit het praktijkonderwijs. De financiële vergoedingen voor ontwikkelde producten en diensten, of de marge op een ingekocht product, worden beschouwd als een bijdrage aan de uitvoering van het praktijkonderwijs. Daarnaast zijn het extra faciliteiten voor medewerkers en studenten wat de tevredenheid bevorderd, en maakt de zichtbaarheid van de leerbedrijven studenten enthousiast om werkervaring op te doen.

Thema 3: Het verlenen van vrijstellingen
Het kan voorkomen dat studenten ingeschreven worden voor een beroepsopleiding bij het Alfa-college, waarbij ze recht hebben op één of meer vrijstellingen voor (een) examen-onderde(e)l(len). Deze vrijstelling(en) word(t)(en) niet meegeteld als onderwijs-inspanning m.b.t. de klokurennorm. Een inschrijving die niet aan de wettelijke klokurennorm voldoet wordt niet meegeteld voor inputbekostiging. Afhankelijk van de inspanning wordt het diploma dat wordt uitgegeven, als gevolg van deze inschrijving, eventueel wel voor bekostiging aangemerkt. Voorgaande gedragsregels zijn opgenomen in een interne gedragscode.

Thema 4: Les- en cursusgeld niet betaald door de student zelf
Binnen het Studenten Service Centrum (SSC) van het Alfa-college is d.m.v. een interne procedure vastgelegd dat de student er schriftelijk toestemming voor moet geven, door middel van het afgeven van een cursusgeldverklaring, als het cursusgeld van een student wordt betaald door een derde (veelal werkgever). De controle op aanwezigheid van een cursusgeldverklaring is onderdeel van de jaarlijkse interne controles die uitgevoerd worden door de Studentenadministratie.
  
Het Alfa-college betaalt niet zelf lesgeld of cursusgeld voor studenten en ze heeft geen eigen fonds voor les- en/of cursusgeld. De studenten die openstaande rekeningen niet op tijd betalen worden regelmatig aangemaand. 

Thema 5: In- en uitschrijving en inschrijving van studenten in meer dan één opleiding tegelijk
Studenten mogen slechts eenmaal per schooljaar voor inputbekostiging bij ROD (Register Onderwijs Deelnemers) worden aangemerkt. Het komt echter voor dat studenten gelijktijdig staan ingeschreven voor meerdere opleidingen. Centraal vindt een controle plaats waarbij bekostiging van meervoudige inschrijvingen wordt uitgesloten.

Het komt tevens voor dat studenten kort na inschrijving worden uitgeschreven. Het is niet te vermijden dat studenten in bepaalde omstandigheden relatief snel de instelling verlaten. De uitstroom in oktober 2023 van nieuw binnengekomen studenten voor het schooljaar 2023/2024 betreft 14 studenten. Het totaal aantal nieuw binnengekomen studenten per 1 oktober 2023 bedraagt 4.385. Het aantal nieuwe inschrijvingen per 1 oktober 2023 is gebaseerd op studenten die in het schooljaar 2023-2024 tussen 1-8-2023 en 1-10-2023 nieuw zijn gestart met een opleiding.

Het is wenselijk om studenten, die zijn ingeschreven bij educatie en inburgering, te stimuleren een beroepsopleiding te gaan volgen. Voor deze studenten wordt door de gemeente een overeenkomst afgesloten met een instelling om educatie-onderwijs te verzorgen. Hierbij gaat het o.a. om anderstalige studenten die nog niet zelfstandig het volledige beroepsopleidings-programma kunnen volgen in verband met hun taalniveau Nederlands of om autochtone studenten die door middel van dit programma met extra ondersteuning toch onderdelen van een beroepsopleiding op deze manier kunnen blijven volgen. Het beroepsopleidende deel van het programma vindt plaats op de beroepsopleiding. Deze studenten zijn ingeschreven op het crebo-nummer, behorend bij de beroepsopleiding die zij volgen.

Thema 6: De student volgt een andere opleiding dan waarvoor hij is ingeschreven
In het schooljaar 2023-2024 zijn van de tellingpopulatie van 1 oktober 2023 circa 425 studenten administratief ‘omgezwaaid’. Deze meting is gebaseerd op de gegevens t/m 15 april 2024. De tellingpopulatie van 1 oktober 2023 heeft een grootte van 11.017 bekostigde studenten.

Horizontale stapeling:
Een instelling mag per student in een kalenderjaar maar één diploma voor bekostiging meetellen (horizontale stapeling). Centraal wordt een eindcontrole in het studentenregistratiesysteem uitgevoerd waardoor bekostiging van meervoudige diplomering binnen een kalenderjaar wordt uitgesloten.

Verticale stapeling:
Verticale stapeling wordt voorkomen, omdat studenten Alfa-college breed bij de kennismaking in de meest geschikte opleiding met het meest geschikte opleidingsniveau worden ingeschreven. 

Studenten worden in de meeste gevallen ingeschreven op basis van hun vooropleiding. Bij wijze van uitzondering (maatwerk) wordt van de regels m.b.t. toelaatbaarheid afgeweken.

Correcties op de outputbekostiging:
In het kalenderjaar 2023 zijn in het totaal 4.035 diploma’s uitgereikt. Hiervan zijn 133 diploma’s niet voor bekostiging in aanmerking gebracht, aangezien deze populatie een extra diploma op dezelfde datum met hetzelfde niveau heeft gehaald.

Thema 7: Bekostiging van maatwerktrajecten ten behoeve van bedrijven
Binnen het Alfa-college is in een procedure met betrekking tot het opstellen van een offerte (het zogenaamde ‘offerte-traject’) het volgende vastgelegd: “In een overeenkomst die afgesloten wordt met een bedrijf of organisatie wordt vastgelegd wat wordt geleverd, tegen welke prijs, of er al dan niet sprake is van lumpsum bekostiging en of er eventueel cursusgeld verschuldigd is.” 
Maatwerktrajecten zijn CREBO gerelateerde trajecten waarbij een derde - een bedrijf of een andere organisatie - een bijdrage betaalt voor het op maat snijden van trajecten voor het eigen personeel. 
In 2023 zijn er geen maatwerk trajecten uitgevoerd waarbij een bijdrage is ontvangen van bedrijven of organisaties voor het op maat maken van het traject.

Thema 8: Buitenlandse studenten en onderwijs in het buitenland
Het Alfa-college verzorgt geen onderwijs in het buitenland, met uitzondering van buitenlandse stages (beroepspraktijkvorming) van studenten. Wij hanteren voor buitenlandse studenten de Koppelingswet-procedure. Dit betekent dat wij uitsluitend buitenlandse studenten, die rechtmatig in Nederland verblijven, meetellen voor onze bekostiging.

5.4 Continuïteitsparagraaf

Continuïteit
In dit hoofdstuk kijken we zowel terug als vooruit op de voor het Alfa-college relevante onderwerpen in relatie tot de continuïteit. Aan bod komen de verwachte ontwikkelingen op het gebied van (bekostigde) studentenaantallen, personele bezetting, huisvesting en van investeringen. Weergegeven wordt welke impact deze ontwikkelingen hebben op onze meerjaren balans en de staat van baten en lasten alsmede op de financiële kengetallen. Tevens kijken we in dit hoofdstuk vooruit naar onze belangrijkste risico’s en onzekerheden en hoe we ons risicobeheersings- en controlesysteem daarop hebben afgestemd.

Ontwikkeling studentenaantallen
In onderstaande tabel is de verwachte ontwikkeling van het aantal ongewogen bekostigde studenten in de beroepsopleidingen in de periode 2023 tot en met 2026 weergegeven. De aantallen 2023 zijn gebaseerd op de teldatum 1 oktober 2023. De prognoses voor de jaren na 2023 zijn bepaald op grond van de referentieraming MBO. 

Ontwikkeling studentenaantallen 2022 2023 2024 2025 2026
procentuele ontwikkeling 5,0% -5,2% 0,8% -1,1% -0,8%
aantal ongewogen bekostigde studenten 11.619 11.017 11.107 10.988 10.898

In het Geïntegreerd Jaardocument 2022 is reeds aangegeven dat de verwachting was dat de daling van het aantal studenten in het beroepsonderwijs in 2023 zich zou voortzetten. We gingen uit van een daling van 2,19% in 2023. Dit is in werkelijkheid -/- 5,2% geworden. De verwachting is dat een daling van het aantal studenten de komende jaren op basis van de demografische ontwikkelingen zich verder zal ontwikkelen tot een afname van -1,02% in 2026 ten opzichte van 2023.

Voor het vavo is het lastiger om de verwachte ontwikkeling van de studentenaantallen vast te stellen. Veel van de studenten komen voor een traject van een jaar of korter. Op de instroom van studenten in deze trajecten hebben we weinig invloed. De instroom in de vavo-opleidingen wordt voor een belangrijk deel bepaald door de examenresultaten in het reguliere vo. De verwachting is dat de studentenaantallen vavo de komende jaren stabiel blijft.

Voor Educatie geldt dat we voor het reguliere aanbod voor een belangrijk deel afhankelijk zijn van de inkoop door gemeenten. In 2022 is er een nieuwe overeenkomst gesloten met de arbeidsmarktregio Groningen. Deze kent een looptijd van 4 jaar. Voor de arbeidsmarktregio Drenthe is ook een overeenkomst getekend welke na 2024 afloopt.

Daarnaast zijn er de inburgeringstrajecten die door de studenten zelf worden ingekocht wanneer het de oude wet inburgering betreft (Wet Inburgering 2013). In 2023 hebben toch nog een groter aantal inburgeraars zich aangemeld dan verwacht voor de oude Wet inburgering 2013. Het wordt wel verwacht dat dit aantal inburgeraars in 2024 weer zal gaan dalen.

Inburgeraars die inburgering plichtig zijn vanaf 1 januari 2022 vallen onder een nieuw inburgeringsstelsel namelijk de Wet inburgering 2021. De gemeente gaat inburgering plichtige inburgeraars begeleiden. Gemeenten begeleiden ook gezinsmigranten en overige migranten. Deze tweede groep deelnemers betaalt bij ons hun inburgeringstraject zelf. Er zijn 3 nieuwe leerroutes om in te burgeren: de B1 route, de onderwijsroute en de zelfredzaamheidsroute. In Hardenberg is een overeenkomst getekend met gemeenten voor de B1 en zelfredzaamheidsroute. Hierbij wordt een stijgend aantal inburgeraars verwacht.

Het Alfa-college en het Noorderpoort willen het opleidingsaanbod Educatie en Inburgering in de arbeidsmarktregio Groningen samen verder vormgeven als één aanbieder onder de naam: Educatie & Inburgering. Organisatorisch is dit per 1-1-2024 ondergebracht bij het Alfa-college, inclusief het personeel dat van Noorderpoort is overgekomen. In de komende jaren verwachten we een positieve ontwikkeling op het gebied van Leven Lang Ontwikkelen, door de vraag vanuit het werkveld te koppelen aan zowel certificeerbare als ook niet-certificeerbare eenheden. Zo kunnen ook volwassenen, zowel werkenden als werkzoekenden, zich betekenisvol ontwikkelen door gedeelten van opleidingen te volgen.

We verwachten de komende jaren jaarlijks een toename van het aantal LLO-deelnemers. Op deze manier verwachten we de bedrijfseconomische effecten, als gevolg van de daling van het aantal bekostigde studenten, op te kunnen vangen en op die wijze de continuïteit op de lange termijn te waarborgen. Ook heeft LLO op die manier een regiofunctie door de arbeidsmarkt te versterken en de werkloosheid te verlagen.

Ontwikkeling personele bezetting
In onderstaande tabel is weergegeven hoe de begrote formatie per personeelscategorie zich in 2024 tot en met 2026 ontwikkelt[1], afgezet tegen de inzet 2023. De formatie 2023 betreft de stand ultimo kalenderjaar en voor de jaren 2024 t/m 2026 betreft het de gemiddelde inzet in fte gedurende het jaar.

[1] Het aantal fte 2023 in deze tabel wijkt af van het aantal fte opgenomen in de definitieve begroting 2023 omdat deze is bijgewerkt naar de definitieve aantallen ultimo 2023. 

Personeelscategorie 2022 2023 2024 2025 2026
Management 46,7 46,1 43,5 40 40
Fte onderwijsgevend personeel (OP) 761,1 747,8 706 650,3 650,3
Fte ondersteunend- en beheerspersoneel (OBP) 365,7 380,6 360,1 331,7 331,7
Totale formatie 1.173,50 1.174,50 1.109,60 1.022,00 1.022,00

De verwachting is dat de studentenaantallen de komende jaren teruglopen. We houden daarom voor zowel OP als OBP rekening met een daling van het aantal fte’s. In 2022 hebben we besloten meer fte’s in te zetten om de negatieve gevolgen van de coronapandemie op te kunnen vangen. In de prognose voor 2024 gaan we uit van een gemiddelde inzet van 1.109 fte en richting 2025 en 2026 daalt onze formatieve inzet naar 1.022 fte. Deze daling is op te vangen door natuurlijk verloop (onder andere AOW-gerechtigde leeftijd) en het gebruik van de flexibele schil. Tegelijkertijd verwachten we een behoefte aan fte’s door de LLO-ontwikkelingen. Dit is nog niet in concrete cijfers te benoemen. Om kwalitatieve en kwantitatieve fricties te voorkomen, maken organisatorische eenheden strategische personeelsplannen. Het doel hiervan is om knelpunten nu en voor de toekomst inzichtelijk te krijgen en actieplannen op te stellen om deze knelpunten te voorkomen door o.a. scholings- en werving- en selectieactiviteiten.

Huisvesting
In het westen van de stad is in december 2023 samen met het bedrijfsleven, Noorderpoort en DC/Terra (en mede mogelijk gemaakt middels een SNN subsidie) een hub voor duurzaamheid en circulariteit ontwikkeld: de EnergieHub050. Het doel is om in dit gebied de opleidingen op het gebied van techniek, duurzaamheid en circulariteit onder te brengen.

Naast de panden die in eigendom zijn van het Alfa-college wordt er ook een aantal locaties gehuurd. Enerzijds wordt hiervoor gekozen om kwalitatieve redenen. Anderzijds is dit een bewuste keuze om de te verwachten krimp voor de komende jaren te kunnen opvangen. De IT-hub Hoogeveen, de Health-hub Roden zijn hier voorbeelden van, welke aansluit bij de strategische koers van het Alfa-college.

De contracten worden - gezien de mogelijke fluctuatie en daling van studentenaantallen – zo veel mogelijk voor een korte periode afgesloten. Hierdoor heeft het Alfa-college een voldoende flexibele huisvestingsschil om een mogelijke daling met 10% van de huidige studentenaantallen op te vangen (kwantitatief). Zo wordt in 2024 afscheid genomen van de gehuurde kantoorruimte aan het Winschoterdiep. Hierbij is rekening gehouden met een verwachte toename van het aantal LLO-deelnemers.

In DNA verband wordt de samenwerking gezocht in huisvesting. Daar waar mogelijk delen we huisvesting. In 2024 zal deze strategische samenwerking steeds concretere vormen gaan krijgen.

Ontwikkeling Investeringen
De afgelopen jaren zijn wij als gevolg van toenemende baten steeds in staat geweest om een aantal geplande grote investeringsprojecten, onder andere de ver-/nieuwbouw voor de locaties aan de Admiraal de Ruyterlaan, Kluiverboom, Kardingerweg, de vervanging van kantoor- en schoolmeubilair en audiovisuele apparatuur, met eigen middelen te financieren.

Ook voor de geplande nieuwe investeringen en het groot onderhoud wordt verwacht dat deze, gezien de ontwikkeling van de liquiditeitsratio de komende jaren, uit eigen middelen gefinancierd zullen kunnen worden.

Vanuit de meerjarenplannen houden wij rekening met investeringen voor regulier onderhoud en daaraan gerelateerde duurzaamheidsverbeteringen, reguliere vervanging van kantoor- en schoolmeubilair en audiovisuele apparatuur. De investeringen voor de verlenging van de gebruikshorizon van onze locatie aan de Kluiverboom zijn grotendeels uitgevoerd in 2023, met een uitloop naar 2024.

Meerjaren investeringen 2023-2026

Bovenstaande grafiek in tabel-vorm:

Meerjaren investeringen 2023-2026 Gebouwen en terreinen Groot Onderhoud Inventaris & Apparatuur Overige vaste activa
2023 5473 2522 3878 19
2024 1473 679 1044 5
2025 2807 1294 1989 10
2026 2807 1294 1989 10

Balans
Gezien de hierboven genoemde ontwikkelingen ontwikkelt de balans zich de komende jaren naar verwachting als volgt:

  Activa (x € 1.000) Realisatie 2023 Begroting 2023 Begroting 2024 Begroting 2025 Begroting 2026 Begroting 2027
               
  Vaste activa            
1.1.2 Materiële vaste activa  85.833   84.391   78.376   74.938   71.638   68.536 
1.1.3 Financiële vaste activa  8.489   8.346   8.336   8.326   8.316   8.306 
  Totaal vaste activa  94.322   92.737   86.712   83.263   79.953   76.842 
               
  Vlottende activa            
1.2.2 Vorderingen  7.378   4.575   4.725   4.835   4.983   4.705 
1.2.4 Liquide middelen  14.371   15.037   16.268   16.018   15.951   14.970 
  Totaal vlottende activa  21.749   19.612   20.993   20.853   20.934   19.675 
               
  Totaal activa  116.071   112.349   107.705   104.116   100.887   96.517 
               
  Passiva (x € 1.000) Realisatie 2023 Begroting 2023 Begroting 2024 Begroting 2025 Begroting 2026 Begroting 2027
               
  Eigen Vermogen            
2.1.1.1 Algemene reserve  55.075   54.919   53.132   53.445   53.832   54.198 
2.1.1.2 Bestemmingsreserve publiek  2.609   2.432   2.189   1.946   1.704   1.460 
2.1.1.3 Bestemmingsreserve privaat  818   -425   -425   -425   -425   -425 
2.1.1.8 Statutaire reserves  1   1   1   1   1   1 
  Totaal eigen vermogen  58.503   56.927   54.897   54.967   55.111   55.233 
               
2.2 Voorzieningen  7.511   7.555   7.730   7.915   7.765   7.615 
2.3 Langlopende schulden  26.631   26.349   24.131   20.913   17.695   14.727 
2.4 Kortlopende schulden  23.426   21.518   20.947   20.321   20.316   18.943 
               
  Totaal passiva  116.071   112.349   107.705   104.116   100.887   96.517 

Toelichting op significante afwijkingen op de geprognosticeerde balans:

  • 1.1.2 Materiële vaste activa: Daling de komende jaren heeft te maken met dat de afschrijvingen hoger zijn dan de geplande investeringen in duurzaamheid en investeringen vanuit planvorming vanuit het onderwijs.
  • 1.1.3 Financiële vaste activa: gestage daling als gevolg van kapitaal terug stortingen vanuit de deelneming LOC+.
  • 1.2.3 Vorderingen: De vorderingen blijven de komende jaren op hetzelfde niveau.
  • 1.2.4 Liquide middelen: de stijging wordt vooral veroorzaakt door een lagere stand van de liquide middelen ultimo 2023 als gevolg van de hoge voorgenomen investeringen in 2023 in de materiële vaste activa. In de komende jaren worden minder investeringen gedaan waardoor de liquide middelen weer licht kunnen groeien.
  • 2.1 Eigen vermogen: het eigen vermogen daalt in 2023 doordat de reserve NPO volledig is benut. In 2024 wordt nog een negatief exploitatieresultaat verwacht, maar de in de volgende jaren wordt weer een positief exploitatieresultaat verwacht waardoor het eigen vermogen weer zal stijgen.
  • 2.2 Voorzieningen: de omvang van de voorzieningen stijgt na 2023 geleidelijk. Dit wordt veroorzaakt door een toename van de gemiddelde loonkosten waarmee voorzieningen worden bepaald alsmede een toename in het deelnemen aan de voorziening duurzame inzetbaarheid.
  • 2.3 Langlopende schulden: De langlopende schuldpositie zal de komende jaren afnemen als gevolg van de reguliere aflossingen.

Staat van Baten en Lasten
De staat van baten en lasten ontwikkelt zich de komende jaren naar verwachting als volgt op grond van de eerdergenoemde ontwikkelingen:

  Staat van Baten en Lasten (x € 1.000)          
  Staat van Baten en Lasten (x € 1.000) Realisatie 2023 Begroting 2023 Begroting 2024 Begroting 2025 Begroting 2026
  Baten          
3.1 Rijksbijdragen  121.452   121.053   123.810   119.559   119.658 
3.2 Overheidsbijdragen / subsidies overige overheden  2.419   1.856   1.812   1.812   1.812 
3.3 Wettelijke college- / cursus- / examengelden  1.876   1.550   1.450   1.445   1.445 
3.4 Baten werk in opdracht van derden  7.877   5.577   5.928   3.795   3.795 
3.5 Overige baten  3.512   2.642   3.010   3.010   3.010 
             
  Totaal baten  137.136   132.678   136.010   129.620   129.720 
             
  Lasten          
4.1 Personeelslasten  111.241   107.973   103.120   93.852   93.849 
4.2 Afschrijvingen  8.441   8.529   9.215   9.539   9.400 
4.3 Huisvestingslasten  9.410   9.256   8.642   8.715   8.542 
4.4 Overige lasten  16.890   16.475   17.006   17.346   17.693 
             
  Totaal lasten  145.982   142.233   137.983   129.451   129.484 
             
             
  Saldo Baten en lasten uit de gewone bedrijfsvoering  8.846-  9.555-  1.973-  169   236 
             
6 Financiële baten en lasten  1.100   283   47-  89-  82-
8 Resultaat deelnemingen  50   -   10-  10-  10-
             
  Saldo baten en lasten uit de financiële bedrijfsvoering  1.150   283   57-  99-  92-
             
  Totaal resultaat  7.696-  9.272-  2.030-  70   144 

Toelichting op significante afwijkingen op de geprognosticeerde staat van baten en lasten:

  • 3.1 Rijksbijdragen: Ondanks dalende studentenaantallen wordt verwacht dat er een stabiele ontwikkeling is van de Rijksbijdrage, mede omdat hier de jaarlijks structurele loon- en prijscompensatie in is verwerkt, samen met de kwaliteitsgelden.
  • 3.2 Overheidsbijdragen/ subsidies overige overheden: deze opbrengsten zullen de komende jaren naar verwachting redelijk gelijk blijven vanwege een aantal meerjarige subsidieprojecten.
  • 3.3 Wettelijke college- / cursus- / examengelden: de baten voor het wettelijk cursusgeld nemen vanaf 2024 af in gelijke trend met de te verwachten afnemende studentenaantallen.
  • 3.4 Baten werk in opdracht van derden: mede door een verbeterde focus op LLO verwachten we dat de omzet op commerciële activiteiten de komende jaren zal toenemen.
  • 4.1 Personeelslasten: In de komende jaren zullen de personele lasten verder afnemen om de formatieve inzet weer in lijn te brengen met de dalende studentenaantallen.
  • 4.2 Afschrijvingen: de afschrijvingslasten zullen in het komende jaar nog stijgen door activa in aanbouw die gereedkomt (EnergieHub050), maar in de verdere jaren zullen de afschrijvingen een afnemend verloop zien. De investeringen in 2023 betreffen voornamelijk investeringen in gebouwen en terreinen met een lange afschrijvingsduur.
  • 4.3 Huisvestingslasten: De huisvestingslasten zullen vanaf 2024 toenemen ten opzichte van 2022. Deze toename is volledig toe te schijven aan de toegenomen huur- en energielasten.
  • 4.4 Overige lasten: de overige lasten zullen vanaf 2023 naar verwachting weer gaan toenemen. In 2022 golden er ten dele nog restricties ten aanzien van bijvoorbeeld excursies en reizen waardoor er eveneens minder kosten zijn gemaakt. Vanaf 2023 worden excursies en reizen weer volledig uitgevoerd en nemen de kosten navenant toe. Tevens blijven de kosten stijgen als gevolg van de inflatie.
  • 6. Financiële baten en lasten: De daling van de lasten is een direct gevolg van de jaarlijkse aflossing op de leningenportefeuille wat leidt tot lagere rentelasten. In 2023 heeft een oprenting van de voorziening plaatsgevonden welke voor een forse bate heeft gezorgd.

Ontwikkeling financiële kengetallen
Het Alfa-college hanteert voor zijn kengetallen, naast de door de Onderwijsinspectie gehanteerde signaleringswaarden, eigen, interne onder- en bovengrenzen en normen voor de financiële kengetallen. De ontwikkeling van de relevante financiële kengetallen voor de jaren 2024 t/m 2026, inclusief de onder- en bovengrenzen, de normen en signaleringswaarden van OCW, is als volgt:

Bovenmatig Eigen Vermogen 2023 2024 2025 2026
Feitelijk Eigen Vermogen (* 1 mln.) 57685 53587 53930 54317
Normatief Eigen Vermogen (* 1 mln.) 106028 101832 101851 102803
Bovenmatig Eigen Vermogen 0 0 0 0
Ratio Eigen Vermogen 0,54 0,53 0,53 0,53

Het Alfa-college heeft in 2023 een ratio eigen vermogen van 0,55 en een bovenmatig eigen vermogen van € 0,00. Ook voor de komende jaren is zichtbaar dat het Alfa-college geen bovenmatig eigen vermogen zal hebben.

Solvabiliteit 2023 2024 2025 2026
Solvabiliteit (1) 50% 51% 53% 55%
Solvabiliteit (2) 57% 58% 60% 62%
Ondergrens (solvabiliteit 1) 32% 32% 32% 32%
Bovengrens (solvabiliteit 1) 50% 50% 50% 50%
Signaleringswaarde OCW < 30% < 30% < 30% < 30%

De solvabiliteit loopt de komende jaren gestaag op. Dit heeft voornamelijk te maken met de verwachte daling van de studentenaantallen waardoor de kosten (voornamelijk personeel) zullen afnemen. De daling van de Rijksbijdrage zal, door de T-2 financiering, echter later ingezet worden waardoor naar verwachting de komende jaren een positief exploitatieresultaat behaald zal worden en daarmee de solvabiliteit zal toenemen.

Rentabiliteit 2023 2024 2025 2026
Rentabiliteit -0,06 -0,01 0,00 0,00
Norm - - - -
Signaleringswaarde OCW < 0 < -0,05 < -0,1 < -0,1

De rentabiliteit is in 2024 negatief door een negatief verwacht resultaat. De verwachting is dat we de komende jaren boven de signaleringswaarde OCW uitkomen.

Liquiditeit 2023 2024 2025 2026
Liquiditeit 0,93 1,00 1,03 1,03
Norm 1 1 1 1
Signaleringswaarde OCW < 0,75 < 0,75 < 0,75 < 0,75

De liquiditeit zal de komende jaren stabiliseren rond 1,0. Dit wordt voornamelijk veroorzaakt door de geplande investeringen en negatief verwachte resultaten voor de komende jaren. De liquiditeit blijft stabiel rond de normwaarde en ruim boven de signaleringswaarde.

Absoulte omvang liquide middelen 2023 2024 2025 2026
Omvang in € 14.371.000  16.268.000  16.018.000  15.951.000 
Signaleringswaarde OCW 2.000.000  2.000.000  2.000.000  2.000.000 

Het Alfa-college zal de komende jaren voldoende liquide middelen tot haar beschikking hebben om te voldoen aan de signaleringswaarde OCW.

Huisvestingsratio 2023 2024 2025 2026
Huisvestingsratio 0,10 0,10 0,11 0,11
Norm - - - -
Signaleringswaarde OCW > 0,15 > 0,15 > 0,15 > 0,15

Met de huisvestingsratio geven we aan welk deel van de totale lasten betrekking hebben op huisvesting. Onze huisvestingsratio laat op de lange termijn een stabiele ontwikkeling zien en ligt ruim onder de signaleringswaarde.  

5.5 Informatiebeveiliging en privacy

2023 was een rustig jaar als het gaat om cybersecurityaanvallen bij het Alfa-college. Maar we realiseren ons dat we alert moeten blijven. Cybercriminelen ontwikkelen op een hoger tempo nieuwe en schaalbare aanvalsmethoden dan wij onze weerbaarheid kunnen verbeteren. Kunstmatige intelligentie of extended reality doen hun intrede in het onderwijs, en brengen nieuwe risico’s en uitdagingen met zich mee voor informatiebeveiliging en privacy. 

Om met deze informatiebeveiliging- en privacy uitdagingen om te gaan moeten we intensief samenwerken, zowel ter preventie van incidenten als tijdens en na incidenten. De wedloop met cybercriminelen kun je als individuele instelling niet winnen. We maken het meeste kans als we het samen doen. MBO digitaal biedt ons veel handvatten om onze cyberweerbaarheid te verbeteren binnen het programma Cyberveiligheid. Maar we zoeken ook de samenwerking met SURF en met andere MBO-instellingen zoals DC TERRA en Noorderpoort in de DNA-samenwerking.

Informatiebeveiliging
Weerbare organisaties werken risico gebaseerd. Het Alfa-college neemt sinds 2017 deel aan de Benchmark Informatiebeveiliging en Privacy (IBP). Sinds 2023 is dit voor Informatiebeveiliging een risico gebaseerd toetsingskader, namelijk het toetsingskader Informatiebeveiliging van de Nederlandse Beroepsorganisatie voor Accountants (NBA). Het Alfa-college heeft zich ten doel gesteld een volwassenheidsniveau van minimaal 3 te behalen voor alle statements van de toetsingskaders. We zijn daarin goed op weg. Om deze volwassenheid te behalen moeten de volgende zaken goed ingericht zijn; de Governance, het Risicomanagement en de Compliance van IBP. Het Alfa-college is volop bezig deze drie aandachtsgebieden te verbeteren en verder door te ontwikkelen. In 2023 is er een aantal onderzoeken uitgevoerd door externe partijen. De bevindingen uit deze onderzoeken zijn naast de volwassenheidsresultaten uit de bovengenoemde Benchmark input voor het verbeterregister, het jaarplan en de roadmap van Informatiebeveiliging en Privacy. Naast het cyberweerbaar maken van de organisatie is oefening ook van belang. In het voorjaar van 2023 heeft het Alfa-college meegedaan aan een cyberweerbaarheidsoefening OZON (oefening zonder onzinnige naam). We zijn vooral trots hoe we hier met z'n allen een mooi resultaat hebben neergezet. Het was een zeer uitgebreide oefening op strategisch, tactisch en operationeel niveau met goede resultaten en natuurlijk ook veel "lessons learned". 

Privacy (AVG) 
Naast het toetsingskader voor Informatiebeveiliging zoals hierboven beschreven, is er een Privacytoetsingkader waarmee het Alfa-college het volwassenheidsniveau meet van privacy, ook hier is het ambitieniveau een volwassenheid van 3 voor elk statement. Een goede informatiebeveiliging, bescherming van persoonsgegevens van studenten, medewerkers en gasten is van groot belang. Van nog groter belang is dat het Alfa-college zorgvuldig omgaat met de persoonsgegevens van studenten en medewerkers en gasten. Dit betekent o.a. dat onze medewerkers goed geïnformeerd en getraind moeten zijn ten aanzien van de Algemene Verordening Gegevensbescherming (AVG). Door onbedoelde acties van medewerkers, maar ook studenten kunnen kwetsbaarheden ontstaan in de beveiliging, waardoor persoonsgegevens gelekt kunnen worden en door cybercriminelen misbruikt. Om medewerkers goed te informeren hebben we in 2023 een E-learning platform ter beschikking gesteld waar zowel trainingen voor Informatiebeveiliging als Privacy te vinden zijn. Ook heeft het Alfa-college meegedaan met de landelijke awarenessmeting georganiseerd door MBO digitaal.Algemene informatie over de AVG, beleidsstukken en protocollen zijn voor medewerkers en studenten beschikbaar op de Privacy-AVG omgeving op het Intranet van het Alfa-college. 

Diverse trainingen zijn beschikbaar:

  • Algemene AVG-trainingen voor (nieuwe) medewerkers;
  • Specifieke trainingen voor teams;
  • Intensieve trainingen die ingaan op de inbedding van IBP in de processen;
  • E-learning Platform. 
Versie:
v6.2.17

Met iWink Report maak je professionele online publicaties. Publicaties die je online, in print en als PDF-download kunt aanbieden.

En daarmee voldoe je direct aan de WCAG-wetgeving rond digitale toegankelijkheid.

Eenvoudig, veilig en efficiënt.

Meer over iWink Report