2.1 Flexibilisering
Door te flexibiliseren kunnen wij studenten persoonlijke (passende) leerroutes aanbieden. Hierbij speelt de student een belangrijke rol als partner in opleiding en maakt deze samen met het onderwijsteam passende keuzes. Zo kunnen zij blijvend maatschappelijk betekenisvol zijn. Via Alfa-kompas is de voortgang m.b.t. dit strategische doel voor het eerst in kaart gebracht. Doel voor 2022 was dat alle opleidingsteams een plan opleverden voor het herontwerpen van de opleiding. Om vervolgens in de tweede helft van 2022 te starten met, dan wel continueren van, het herontwerpen van de opleidingen.
Eind 2022 zijn een groot deel van de teams bezig met het herontwerpen van hun opleiding. Vooral opleidingen die een nieuw kwalificatiedossier kennen zijn begonnen. Op enkele locaties wordt breed ingezet op het herontwerpen van opleidingen. Sommige opleidingen geven aan nu niet te herontwerpen omdat de opleidingen al vormgegeven zijn in leereenheden of modules.
Vooral onderwijsteams steken hier veel tijd en energie in. Uit de locatie GPS-en blijkt dat er verschillen zijn op welke wijze locatiebreed gewerkt wordt aan het doel en hoe op locatie-niveau de samenhang tussen de verschillende ontwikkelingen van opleidingsteams aangestuurd en gemonitord wordt. Er is behoefte aan eenduidige definities van begrippen (o.a. leereenheid, module, etc.) en aanscherping van onderwijsstandaarden. Met name het mogelijk maken dat studenten in de toekomst leereenheden kunnen kiezen van andere opleidingen, in het kader van verdiepen en verbreden, is hierbij gebaat. Het herontwerpen wordt tot nu toe nog met name ‘technisch’ aangevlogen. Vervolgstap is om in de implementatie van flexibilisering ook rollen als de studieloopbaanbegeleider, de meer coachende docent, het onderwijsteam, en de gedrags-, pedagogische- en didactische consequenties, de ‘zachte’ kant van deze transitie, mee te nemen.
Voor de komende periode zijn we in overleg hoe we, op een meer integrale en samenhangen-de aanpak, in een heldere governance structuur, dit speerpunt verder gaan brengen.
2.2 LLO
Een ‘leven lang ontwikkelen’ (LLO) is een belangrijk speerpunt binnen het mbo in het algemeen en bij ons in het bijzonder. Wij hebben de ambitie om een financieel gezonde LLO-opleider te worden met zoveel mogelijk maatschappelijke impact in de regio. De regio is gebaat bij een sterk mbo dat samenwerkt met het bedrijfsleven en andere partners om de maatschappelijke uitdagingen aan te gaan. Hierin zien we een gemeenschappelijke opdracht voor Drenthe College, Noorderpoort en Alfa-college. We kiezen er expliciet voor om uit de onderlinge concurrentie te stappen; door samen te werken kan een breed en toegankelijk LLO-onderwijs-aanbod worden gegarandeerd in de regio en kan er beter ingespeeld worden op de groeiende vraag op LLO-gebied.
In 2022 hebben we de nodige stappen gezet om de organisatie voldoende gereed te hebben voor een verdere groei in LLO. Hieronder een niet limitatieve opsomming van de stappen die zijn gezet:
- Afgerond business development-traject voor sector Zorg en Welzijn binnen Alfa-college onder externe begeleiding;
- Voorgenomen bestuurlijk besluit om het verkopen van LLO-onderwijsaanbod in gezamenlijkheid met Drenthe College en Noorderpoort op te pakken (DNA-verband), het maken en geven van LLO blijft in principe bij de roc’s;
- Introductie van de STAP-regeling en het hierop aanpassen van de nodige processen en systemen;
- Vormgeven van LLO-programma in DNA-verband;
- DO-besluit tot harmonisatie van functies en rollen per locatie;
- Vaststellen LLO-begroting als onderdeel van de concernbegroting 2023;
- Versterken verkoopfunctie: relatiemanager in Zuid aangenomen (Hoogeveen en Hardenberg), relatiemanagement voor Bouma en Kardinge worden ingevuld in 2023;
- Actieve deelname in DNA-LLO-programma (o.a. merk, positionering en portal);
- Herinrichting financiële administratie t.b.v. strikte scheiding publiek en privaat en geschikt gemaakt voor monitoring financiële resultaten;
- Interne communicatie middels o.a. LLO-videojournaal en presentaties (bijvoorbeeld OR);
- Betere positionering van aanbod op de website synchroon lopend met STAP-inschrijfperiodes;
- Een gezamenlijk pijplijn register waarin alle locaties leads, offertes en opdrachten voor groepstrajecten onderbrengen;
- Standaard LLO financieel proces (van offerte tot betaling, incl. juiste verwerking voorkomende subsidieregelingen);
- Standaard offerteformat incl. standaard algemene verkoopvoorwaarden;
- Voorlopige voorziening (totdat CRM-systeem beschikbaar is) voor monitoring;
- Ingerichte bovenlokale overleggen gericht op samenwerking, initiatieven en steeds beter worden. O.a. voor relatiemanagers, OM-ers (met LLO in portefeuille), LLO-coördinatoren en backoffice/SSC;
- Tot slot een verwachte omzet voor 2023 per locatie (inclusief accountplan per locatie) is vastgesteld.
Vanwege de keuze om de verkoopactiviteiten in DNA-verband te organiseren, zullen veel activiteiten die in eerste instantie op Alfa-niveau zouden worden opgepakt, in DNA-verband een vervolg krijgen. De marketingstrategie wordt verder uitgewerkt in DNA-verband en de positionering; een gezamenlijk DNA-verkoopportaal (website) en marktbewerkingstrategie zijn in ontwikkeling. Naar verwachting worden beide opgeleverd eind Q1 2023.
2.2.1 DOC33
In 2022 heeft het Duurzaamheidscentrum Doc33, dat gehuisvest is op onze locatie aan de Voltastraat, zijn werkzaamheden en netwerk vergroot. Zij hebben informatiedagen georganiseerd samen met netwerkbijeenkomsten, waarbij wij een inhoudelijke rol gespeeld hebben op het gebied van duurzaamheid in de bebouwde omgeving. Deze werkzaamheden zullen leiden tot Leven Lang Ontwikkeltrajecten die wij in 2023 hopen uit te voeren.
2.3 Duurzaamheid
Het afgelopen jaar heeft duurzaamheid, zowel op strategisch niveau als in de praktijk, een steviger plek gekregen binnen bedrijfsvoering en het onderwijs.
Net als in veel andere bedrijven start duurzaamheid vaak aan de ‘harde’ en bedrijfsmatige kant. Bedrijfsvoering zet al jaren flinke stappen op het gebied van duurzaamheid. Dit jaar hebben wij als het gaat om mobiliteit ingezet op extra elektrische deelauto’s, laadpalen en verbeterde fietsvoorzieningen en fietsregelingen. Ook energiebeheer krijgt steeds meer aandacht: ten opzichte van 2015 hebben wij in 2022 nu circa 45% gas en 30% grijze stroom bespaard. Hiermee liggen wij voor op de landelijke afspraken van de sectorale MBO-routekaart in het kader van het klimaatakkoord. Dit is mede te danken aan de forse energiebesparing tijdens de verbouwing van de Voltastraat in 2020.
Naast bedrijfsvoering krijgt duurzaamheid meer en meer zijn beslag in het onderwijs. Dit blijkt onder andere uit de mooie inzendingen tijdens Alfa’s Goud voor het meest duurzame team:
- Beveiligers van de locatie Kardinge lopen stage bij Staatsbosbeheer.
- Facilitaire studenten van de locatie Kluiverboom doen een challenge rond voedselverspilling.
- Techniekstudenten van de locatie Admiraal de Ruyterlaan werken aan de energietransitie via diverse waterstof-projecten en deden mee aan de wereldkampioenschappen in Monaco.
- Studenten op de Bouma worden aangespoord meer met de fiets te gaan (minder druk in de spits en gezond bewegen).
- Het team Suikerterrein werkt in een aantal projecten en onderwijsvormen samen rondom het thema duurzaamheid. Bij het team Suikerterrein leveren naast de technische en creatieve opleidingen ook andere opleidingen en locaties (zoals Entree, Human Technology en Onderwijsassistent) een bijdrage.
Ook wordt daarbij veel samengewerkt met partners en andere onderwijsinstellingen: team Suikerterrein is daarom terecht de winnaar van Alfa's Goud 2022, beste duurzaamheidsteam.
Docenten die al wat langer met duurzaamheid bezig zijn, zoals het kappersteam in Hoogeveen, maken zich hard voor aanpassing en verduurzaming van het kwalificatiedossier, waar nu nog in staat in dat studenten moeten leren om chemisch te kleuren. Acties om dit om te buigen leidden tot regionale en landelijke aandacht (RTV Drenthe, NOS en minister Robbert Dijkgraaf). Hieruit blijkt dat langduriger aandacht voor duurzaamheid leidt tot een andere mindset van docenten en studenten. En dát is de meest vruchtbare bodem voor duurzaam handelen.
In het najaar is de aanvraag Circulaire Economie in de Creatieve en Maakindustrie in het kader van het regionaal investeringsfonds mbo toegekend. Voor deze publiek-private samenwerking, die start in 2023, hebben wij samen met bedrijven, overheden en collega-onderwijsinstellingen een programma ontwikkeld dat gericht is op de transitie van een lineaire naar een circulaire economie binnen de creatieve en maakindustrie (zie paragraaf 2.3.3).
In Hoogeveen is dit jaar het SDG House Drenthe feestelijk geopend. Het doel van het SDG House is om de Sustainable Development Goals van de VN in ons onderwijs te vervlechten en daarbij nauw samen te werken met het bedrijfsleven en de overheid. De SDG’s vormen ook de onderlegger van onze derde koersuitspraak en je ziet dat docenten steeds vaker de 17 doelen koppelen aan hun onderwijs.
Naast bovengenoemde initiatieven en projecten zijn er op sociaal vlak ook enkele mooie voorbeelden. Docenten in Hardenberg hebben onderzoek gedaan naar de mogelijkheden voor jongeren met een lichte verstandelijke beperking in het mbo. Dit heeft geleid tot het verbinden van studenten van de opleiding Maatschappelijke Zorg/Verzorgende en jongeren met een beperking van een voortgezet speciaal onderwijs. Tijdens drama-lessen en koken werken zij samen.
In november 2022 hebben wij het VN-verdrag getekend. Dit verdrag vermeld dat mensen met een beperking recht hebben op kwalitatief goed onderwijs op basis van gelijke kansen.
Op strategisch niveau zijn voor 2023 per team doelen geformuleerd: ieder team moet aantoon-baar plannen maken rond sociale (rode bril) en ecologische (groene bril) duurzaamheid. Ook is er op instellingsniveau een ‘Versnellersteam duurzaamheid’ geformeerd om over de locaties heen van elkaar te leren. Dit centrale team vormt zo een verbinding tussen de verschillende teams duurzaamheid die iedere locatie heeft.
2.3.1 EnergieHub50
In nauwe samenwerking met het bedrijfsleven zal de EnergieHub050 worden gerealiseerd op het Suikerunieterrein. De EnergieHub050 heeft de beschikking over state-of-the-art installaties van levensecht formaat waarmee studenten en (potentiële) werknemers kunnen oefenen met de technieken van de toekomst. Dit zal de plek worden waar op het gebied van de energie-transitie scholing, omscholing en bijscholing (LLO) zal plaatsvinden.
Het afgelopen jaar zijn de plannen voor de EnergieHub050 geconcretiseerd en is samen-werking gezocht met het bedrijfsleven. Dit heeft ertoe mogen leiden dat er een aanbesteding en gunning van de bouw van Energiehub050 in 2022 zijn beslag heeft gekregen. De verwachting is dat de bouw in het vierde kwartaal van 2023 zal worden gerealiseerd.
In december 2022 is er een eerste aanzet gemaakt, samen met de aangesloten partners, om tot een strategische ontwikkelagenda te komen. Dit moet uiteindelijk leiden tot een concreet modulair aanbod wat aansluit op de behoefte van de markt.
In 2022 hebben wij veel nieuwe partners mogen verwelkomen bij Energiehub050. De rol die de partners vervullen en de bijdrage die zij leveren verschillen, maar alle partners onderstrepen de uitgangspunten en doelstellingen van Energiehub050 waarmee de urgentie van de Energiehub050 legitiem is.
Vanuit de SNN-REP (Ruimtelijk Economisch Programma) hebben wij subsidie toegekend gekregen voor de realisatie van het gebouw. Daarnaast hebben wij vanuit NPG-middelen (Toekomst) subsidie ontvangen voor een onderzoek naar de levensvatbaarheid van een nemo-achtige experience-zone gericht op PO en VO, als aanvulling op Energiehub050. De eerste resultaten worden hiervan begin 2023 verwacht.
2.3.2 Duurzaamheidscampus
De Energiehub050 is een eerste stap in aanloop naar de nog te realiseren Duurzaamheids-campus op het Suikerterrein. De Duurzaamheidscampus wordt een brede campus op gebied van duurzaamheid en circulariteit in bouw, techniek en design. Het wordt een unieke plek voor jong en oud waar onderwijs en bedrijfsleven, in verbinding met de omgeving, samenwerken en kennis en krachten bundelen. Op de campus wordt vakmanschap ontwikkeld dat nodig is om de transitie naar een duurzaam, circulair en digitaal Noord-Nederland mogelijk te maken.
In november 2022 is bekend geworden dat er door het Rijk middelen zijn gereserveerd om in de nieuw te ontwikkelen wijk Suikerzijde een treinstation ‘Station Suiker’ te realiseren. De komst van een station was voorwaarde voor de ontwikkeling van de Duurzaamheidscampus op het Suikerterrein. Nu hier zekerheid over is, zullen de plannen voor de Duurzaamheids-campus het komend jaar samen met collega mbo-instellingen en andere belanghebbenden verder worden doorontwikkeld. Ook zal samen met de gemeente Groningen worden gekeken naar het financieringsvraagstuk.
2.3.3 RIF circulaire economie
In de regio Groningen en Noord-Drenthe staan bedrijven, overheden en onderwijs voor een enorme opgave wat duurzaamheid en circulariteit betreft. Voor de transitie richting een circulaire economie leidt zijn voldoende en goed opgeleide werknemers nodig. Dat is voor de arbeidsmarktregio Groningen en Noord-Drenthe, met een krimpende bevolking, een flinke uitdaging. De regio kent een grote creatieve en maakindustrie en beide zijn -o.a. vanwege hun innovatiekracht, gebruik en uitstoot van afval en de ketenbenadering- cruciaal voor de transitie richting een circulaire economie. Dit was reden voor ons om ons samen met het regionale bedrijfsleven te willen gaan richten op scholing en opleiding voor (nieuwe) circulaire banen middels innovatie en samenwerking tussen onderwijs en arbeidsmarkt.
Hiertoe hebben wij samen met 21 bedrijvenpartners, de gemeente Groningen, Hanzehoge-school en Noorderpoort een programma ontwikkeld dat gericht is op de transitie van een lineaire naar een circulaire economie binnen de creatieve en maakindustrie. In dit programma staan de afvalstromen textiel, hout en voedsel centraal en zijn de programmalijnen gericht op onderwijsvernieuwing (hybride onderwijs en innovatie), professionalisering en (open) kennisdeling. Om de uitvoering van dit project (financieel) mogelijk te maken, is eind juni 2022 een aanvraag ingediend bij het Regionaal Investeringsfonds MBO*. Dit heeft geresulteerd in een toekenning van een subsidie van 1 miljoen euro voor een periode van 4 jaar (met ingang van 1 januari 2023).
Begin 2023 start de daadwerkelijke uitvoering van het project. Eén van de eerste activiteiten die georganiseerd zal worden, is een kennismakings- en startbijeenkomst voor iedereen die zich via co-financiering of op een andere manier actief aan het project verbonden heeft.
* Doel van het RIF is om mbo-studenten nog beter voor te bereiden op de huidige- en toekomstige arbeidsmarkt door ze al tijdens de opleiding met state of the art-technieken en -methoden te laten werken.
2.3.4 RIF Fieldlab Practice
Fieldlab Practice is een publiek-private samenwerking tussen het Alfa-college, bedrijven uit de bouw- en installatiebranche, andere onderwijsinstellingen en regionale overheden. Het doel van de samenwerking is het vernieuwen van opleidingen in de techniek. Zo wordt gepoogd om het beroepsonderwijs beter te laten aansluiten op regionale ontwikkelingen en de vraag van het bedrijfsleven. De thema’s aardbevingsbestendig, energieneutraal en levensloopbestendig bouwen staan centraal. Als onderdeel van het programma is een aantal uiteenlopende projecten uitgevoerd zoals o.a. de ‘Week van het vakmanschap’, de waterstofboot, Tiny House-project en professionalisering BIM (Bouw Informatie Model).
Het programma is uitgevoerd in het kader van het Regionaal Investeringsfonds mbo (RIF) van het ministerie van OCW en liep aanvankelijk van 1 mei 2017 tot en met 30 april 2021, maar is in 2019 met een jaar verlengd. Op 1 mei 2022 is het programma van Fieldlab Practice succesvol afgerond. De feestelijke afsluiting van het programma vond plaats op het festival ‘Energize Your Future by Alfa-college’ op 9 juni 2022. Tevens markeerde dit de overgang naar de Energiehub050.
Ontwikkeling en effecten
De effecten van Fieldlab Practice zijn zowel merkbaar binnen de onderwijsprogramma’s voor de studenten, als binnen de professionaliseringsprogramma’s voor docenten en vakmensen uit de bouw- en installatiebranche. Het samenhangende onderwijsvernieuwingsprogramma leidt tot structurele veranderingen van het beroepsonderwijs:
- Omgekeerd ontwerpen: de vraag vanuit bedrijfsleven stuurt meer het onderwijs.
- Bedrijfsleven, overheid en onderwijs weten elkaar beter te vinden dankzij de samenwerkingen binnen Fieldlab Practice.
- Nieuw opleidingsaanbod en cursusaanbod voor werkenden en werkzoekenden: deze vernieuwing vormt het vertrekpunt voor de EnergieHub050. Samen met partners in het bedrijfsleven, overheid en andere mbo-instellingen wordt talent in de regio de mogelijkheid geboden om zich te ontwikkelen en een bijdrage te leveren aan de energietransitie.
- Verschillende onderwijsteams en -instellingen die betrokken zijn bij de energietransitie werken dankzij de onderwijsvernieuwing vanuit Fieldlab Practice nauwer samen.
- Digitalisering heeft met het BIM een structurele plek in het onderwijs gekregen.
- Verbreding en verdieping van opleidingsinhoud: sinds 2019 worden de Entree- en niveau 2- en 3 opleidingen van het Alfa-college meer betrokken bij de onderwijsvernieuwing vanuit Fieldlab Practice.
- Fieldlab Practice draagt bij aan de professionalisering van docenten door samenwerking van betrokken docenten met mensen van buiten het eigen team en de eigen instelling.
- Vernieuwen gelijktijdig van bovenaf en van onderop: kernpunt van de vernieuwingsaanpak is het vinden en koppelen van intrinsiek gemotiveerde docenten aan de thema’s van het programma.
Verduurzaming
De verduurzaming van Fieldlab Practice vindt plaats langs twee lijnen:
- Opname van de succesvolle RIF-activiteiten in de reguliere onderwijsprogramma’s en locatie-activiteiten, zoals het continueren van de Week van het vakmanschap en het opnemen van interdisciplinaire projecten in de reguliere programma’s van de opleiding Bouwkunde en Installatie & Electrotechniek.
- Continuering van de vernieuwingsactiviteiten in de nieuwe programma’s zoals de Infrahub, Waterstof werkt en de EnergieHub050. De laatste is bij uitstek gericht op de continuering van Fieldlab Practice (zie paragraaf 2.3.1.).
2.4 Digitalisering
Digitalisering helpt de kwaliteit van het onderwijs te verhogen door de inzet van digitale technologieën, waardoor onze studenten meer interactie, flexibiliteit en personalisatie in hun leerproces krijgen. In 2022 is er veel gewerkt met nieuwe innovatieve middelen en technologieën binnen de verschillende opleidingen. Zeker op het gebied van techniek, duurzaamheid en vitaliteit zijn innovaties, zoals Augmented Reality (AR), (zorg) robots en simulatietechnologie, niet meer weg te denken. Mooie voorbeelden zien wij met het inzetten van de patiëntenoefenpop (Nursing Anne) in de zorgopleidingen. Met deze technologie kunnen onze studenten in samenwerking met de zorginstellingen waarheidsgetrouw oefenen en leren. Of in onze techniekopleidingen, waar wij veelvuldig gebruik maken van AR-technologie, om de studenten virtueel complexe technische problemen op te laten lossen.
Om de flexibilisering van het onderwijs mogelijk te maken vanaf elke plek en op elk moment zijn in 2022 alle onderwijsteams gebruik gaan maken van de online leeromgeving Itslearning. Daarbij is ook een aantal teams gestart met hulp van het systeem Educator hun opleiding volledig digitaal te ontwerpen. Belangrijk voor de BOL-/BBL-trajecten, maar zeker ook voor de kort-cyclische leertrajecten t.b.v. het leven lang ontwikkelen (LLO). Samen de verschillende uitgangspunten en principes vaststellen is essentieel om het ook uitvoerbaar en betaalbaar te houden. Geen makkelijke opgave, want daarbij moet ook variatie mogelijk zijn.
Met het inzetten van nieuwe technologieën is tijdige en voldoende ondersteuning voor onze docenten zeer belangrijk. Een netwerk van i-coaches is inmiddels op elke onderwijslocatie actief. Samen met de onderwijsteams verhogen zij de effectiviteit van het onderwijs door het inzetten van digitale middelen zoals Microsoft Teams, Lessons up, Xerte en verschillende audiovisuele toepassingen. In dat kader is ook de samenwerking met Tech savvy gecontinueerd, waarbij docenten werken aan hun eigen digitale vaardigheden en daarmee ook onze studenten beter kunnen begeleiden richting de (digitale) arbeidsmarkt.
Door automatisering en robotisering is het gelukt om de administratieve last van een aantal processen te verlagen. Met name bij het instroomproces van onze studenten en bij het verwerken van de vele examens is er door een goede samenwerking, tussen onderwijsteams en de unit Bedrijfsvoering, afscheid genomen van veel repeterend administratief werk.
Digitalisering blijft mensenwerk. Samen mogelijkheden zien en vervolgens ook durven in te zetten. In 2022 is ook het leren van elkaar op het gebied van digitalisering explicieter op en in de agenda’s gezet. Medewerkers, docenten en staf, van de verschillende locaties gingen om tafel om te delen en te leren van elkaars ervaringen. Dit niet alleen binnen het Alfa-college, maar ook samen met onze collega’s van Drenthe College en Noorderpoort.
2.5 Vitaliteit
Practor en Practoraat Vitaliteit
De installatie van Silvia Brouwer als practor Vitaliteit, in oktober 2022, heeft veel positieve reacties opgeleverd. Het practoraat en de Vitaliteitscampus werden hiermee goed op de kaart gezet. Wij zijn er trots op het eerste practoraat Vitaliteit in Nederland te hebben!
De practor en het practoraat zetten praktijkgericht onderzoek op en werken aan kennisontwikkeling over vitaliteit, in samenwerking met onderwijs, bedrijfsleven en overheden.
De positie van het practoraat Vitaliteit ten opzichte van de Vitaliteitscampus was onvoldoende duidelijk. Wij hebben ervoor gekozen dat het practoraat inhoudelijk het programma van de Vitaliteitscampus vormgeeft op basis van de drie gekozen kennisthema’s, plus vier versnellers (Positieve gezondheid, technologie, evidence informed werken en lerende netwerken). Deze versnellers komen terug in elk kennisthema.
Vitaliteit en Positieve Gezondheid
Vitaliteit en Positieve gezondheid zijn in 2022 op alle locaties onderwerp van gesprek geweest. Er zijn bijvoorbeeld locatiedagen gehouden met vitaliteit als thema. Locatie Hardenberg richt zich op het vignet Gezonde school, waarbij o.a. welbevinden en slaap belangrijke thema’s zijn. Het Practoraat doet hierbij onderzoek. Op de diverse locaties worden, via LONT, inspiratie-sessies gehouden over positief gezond werkgeverschap. Dit in samenwerking met Institute for positive health (IPH) en Alles is gezondheid. Zo doen wij ervaring op die wij in afstemming met HRM gaan delen met andere MT’s. Wij werken eraan in Oost‐Nederland een boegbeeld te zijn van positieve gezondheid.
2.5.1 Vitaliteitscampus (RIF)
Na toekenning van de RIF-subsidie is in augustus 2021 het programma van de Vitaliteits-campus officieel gestart. Het vijfjarig publiek-privaat programma heeft tot doel: het realiseren van wendbaar en toekomstbestendig mbo-beroepsonderwijs dat T-shaped professionals opleidt of bijschoolt op het gebied van Sport & Bewegen en Zorg & Welzijn. Zo sluiten deze professionals beter aan bij de vragen van het werkveld en de behoefte en vraagstukken vanuit de praktijk en de samenleving.
Jaar 1 van het programma liep tot augustus 2022. Wij hebben gewerkt aan de pijlers onderwijs, onderzoek en professionalisering. Met een aantal deelnemende partners in het werkveld hebben wij de volgende projecten gedefinieerd: Kansrijke generatie, Beweegvloer/beweeg-atelier en Gecombineerde Leefstijl Interventie. Hiervoor zijn samen met werkveldpartners projectteams samengesteld om de projecten en activiteiten te realiseren. Het programma zoekt actief verbinding met het brede strategische speerpunt Vitaliteit van het Alfa-college, waarbij doelstellingen zijn beschreven voor student, medewerker, regio en wereld.
In jaar 2 van het programma hebben wij ervoor gekozen om integraal te werken aan de doelen van het Vitaliteits-programma op basis van drie kennisthema’s:
- vitaliteit van toekomstige mbo-professionals;
- vitaliteit in zorg-, welzijn- en sportberoepen;
- integraal werken aan vitaliteit in de wijk.
Binnen het programmatteam hebben de projectteams projecten en activiteiten gekoppeld aan de drie kennisthema's, met elk een eigen kennisthemaregisseur. Dit geeft coördinatoren meer duidelijkheid dan het organiseren vanuit de pijlers onderwijs, onderzoek en professionali-sering. Elke kennisthemaregisseur kijkt binnen de projecten die onder zijn thema vallen, hoe de pijlers onderzoek en onderwijs verbonden zijn en in welke mate het project bijdraagt aan professionalisering.
Onderzoeksvaardigheden
Een van de programmadoelen is het vergroten van onderzoeksvaardigheden bij studenten, docenten en praktijkopleiders. Onderzoek in het mbo heeft landelijk nog een beperkte historie en er is daarmee geen eenduidig beeld hoe onderzoek er in het mbo uitziet. Hiervoor is afgelopen jaar vanuit het practoraat met een breed consortium een visie ontwikkeld op onderzoek in het mbo. Deze visie is besproken bij het CvB en met de directeuren van het Alfa-college. De visie is relevant voor de ontwikkeling van onderzoeksvaardigheden en kennis in het mbo. Op basis van deze visie wordt scholing ontwikkeld voor medewerkers en studenten, wat zal bijdragen aan de kwaliteit van uitvoering van projecten. De aandacht voor onderzoeks-vaardigheden en de visie op onderzoek zijn een verrijking voor het mbo-onderwijs.
Beroepsvitaliteit
Er komt structureel aandacht voor beroepsvitaliteit in het leeraanbod. Eind 2022 zijn additionele middelen aangevraagd en toegewezen om in 2023 met 20 onderwijsteams te werken aan beroepsvitaliteit. Hiervoor zijn in 2022 drie procesbegeleiders geworven. De Vitaliteitscampus genereert aandacht voor beroepsvitaliteit in het onderwijs. Zowel intern als extern houden kennisthemaregisseur Patty Veen en programmamanager Jasper van Buiten regelmatig presentaties over beroepsvitaliteit. Ook landelijk wordt samen met MBO-Raad en SBB (Samenwerkingsorganisatie Beroepsonderwijs Bedrijfsleven) gewerkt om beroepsvitaliteit op de kaart te krijgen.
Waarderen: hoe tevreden ben je over wat er bereikt is?
De Vitaliteitscampus wordt in het werkveld en in de regio in toenemende mate gezien als kennispartner voor het thema vitaliteit. Zowel regionaal als landelijk delen wij kennis en ervaringen op het gebied van Vitaliteit. De Vitaliteitscampus begint hierin een naam op te bouwen.
Wij merken dat de uitvoering van projecten en activiteiten om de programmadoelen van de Vitaliteitscampus en het Practoraat Vitaliteit te behalen, nog niet altijd planmatig plaatsvindt. Ook blijft de verbinding tussen onderwijs en onderzoek een aandachtspunt. Er vinden veel mooie ontwikkelingen en activiteiten plaats die waarde hebben voor de student, de docent, het werkveld en de regio. Als wij planmatiger kunnen werken, gaan wij versnellen.
Wij merken dat er steeds meer verbinding komt tussen het speerpunt Vitaliteit van Alfa-college en de werkzaamheden van de Vitaliteitscampus. Vitaliteit krijgt daardoor meer bekendheid en zichtbaarheid in het Alfa-college.
Leren: wat betekent dit voor de komende tijd?
Het practoraat heeft duidelijk geformuleerd wat de visie is op vitaliteit. Deze visie sluit aan bij de landelijke missie van het ministerie van VWS. Het is nu belangrijk om de kennisthema’s te gaan laden. Aansluitend op de doelen van het programma en het meerjarenplan van het practoraat, komt er een meerjarenplan voor de kennisthema’s.
Het moet zichtbaar zijn voor de partners en de rest van het werkveld op welke wijze de Vitaliteitscampus bijdraagt aan de vitale regio en de rol van de mbo-professional. Hiervoor gaan wij de website en de andere communicatiemiddelen actiever inzetten. Het betrekken van huidige partners en het aantrekken van nieuwe partners vraagt een proactieve houding. Ook het betrekken van studenten bij en in de projecten moet worden opgeschaald om de kwantitatieve doelen van de RIF te behalen.
2.6 Instellingsbrede onderwijsontwikkelingen gekoppeld aan de 3 koersuitspraken
2.6.1 Kwaliteitsagenda
Leeswijzer
Het College van Bestuur (CvB) verantwoordt zich over de realisatie van de Kwaliteitsagenda 2019-2022 conform de vierslag: Beschrijven, Analyseren, Waarderen en Leren. We beantwoorden tevens de vragen zoals gesteld in de brief van de Commissie Kwaliteits-afspraken MBO. In de Inleiding beschrijven we wat er in onze optiek veranderd is in de context t.o.v. 2018. In het onderdeel Beschrijven beantwoorden we de vraag op welke resultaten wij in het bijzonder trots zijn. In het onderdeel Analyseren beschrijven we wat de uitdagingen en belemmeringen in de realisatie van de Kwaliteitsagenda waren. Bij Leren beschrijven we wat we hebben geleerd van de afgelopen periode.
Inleiding
In de Inleiding beschrijven we onze werkwijze met de Kwaliteitsagenda en beschrijven we de veranderingen t.o.v. 2018. De veranderingen gaven uitdagingen en kansen die we zo hebben benut, wat resulteert in overwegend gerealiseerde beloften. Bovendien heeft de Kwaliteits-agenda positief bijgedragen aan een doorontwikkeling van collectief leiderschap en meer resultaatgericht werken.
Werkwijze
De Kwaliteitsagenda vormt samen met de strategische koers onze strategie. De titel van de Kwaliteitsagenda ‘Doelbewust bijdragen aan de samenleving van morgen’ sloot goed aan bij de ambities uit de strategische koers. De strategische koers 2019-2023 ‘Samen ondernemend leren’ bevat drie koersuitspraken:
- Samen bereiden wij onze studenten voor om blijvend maatschappelijk betekenisvol te zijn.
- Samen werken wij aan een sterke regio.
- Samen creëren wij meer waarde voor een betere wereld.
De koersuitspraken en de speerpunten uit de Kwaliteitsagenda sluiten naadloos op elkaar aan. Het sluit eveneens aan bij het uitgangspunt om in de regio samen te werken (co-makership). Het samenwerken doen we op basis van onze kernwaarden: vertrouwen, verbinden en ondernemen. Dit gebeurt volop door onze medewerkers met partners in de regio met en voor onze studenten, voor een sterke regio en een betere wereld.
De Kwaliteitsagenda heeft vier speerpunten en elk speerpunt bevat diverse thema’s. Dat ziet er als volgt uit:
De verantwoordelijkheid voor de realisatie van de Kwaliteitsagenda is door het CvB belegd bij de directeuren, onder aansturing van een portefeuillehouder en gefaciliteerd door de coördinator Kwaliteitsagenda. De directeuren sturen als collectief op de realisatie van de beloften, waarbij individuele directeuren (themaregisseurs) verantwoordelijk zijn voor thema's.
De voortgang van de Kwaliteitsagenda wordt drie keer per jaar door de coördinator Kwaliteits-agenda individueel met de themaregisseurs besproken. Daarnaast wordt periodiek de voortgang en werken met de Kwaliteitsagenda met het CvB en op het directieoverleg (DO) besproken. Men ontvangt daarvoor een voortgangsrapportage, vergelijkbaar met bijlage 1a, waarin per belofte de stand van zaken wordt weergegeven en er middels een kleurcodering aan wordt gegeven wat de voortgang van de belofte is. Deze rapportage wordt ook jaarlijks met de Studentenraad (SR), de Ondernemingsraad (OR) en de Raad van Toezicht (RvT) besproken.
Veranderingen t.o.v. 2018: collectief leiderschap, resultaatgericht werken en de coronapandemie
In vergelijking met 2018 is er veel veranderd in het werken met de Kwaliteitsagenda. Het was samen al doende leren en bijsturen. In het leren en bijsturen hebben we de afgelopen jaren meer collectieve verantwoordelijkheid ontwikkeld en zijn we meer resultaatgericht gaan werken. Het collectief leiderschap en resultaatgericht werken hebben we vervolgens geïntegreerd in het werken met strategische speerpunten door onze vernieuwde planning en control cyclus (Alfa-Kompas). Waar we voorheen de Kaderbrief hadden, werken we in Alfa-Kompas sinds 2022 met een Routekaart. In de Routekaart werken we meer resultaatgericht, iets wat we geleerd hebben in de afgelopen jaren mede door de Kwaliteitsagenda. In de Routekaart zijn strategische speerpunten geconcretiseerd in Alfa-college brede doelstellingen en indicatoren. Wat dat betreft heeft de Kwaliteitsagenda een significante bijdrage geleverd aan de ontwikkeling in onze organisatie. Iets waar we trots op zijn!
Andere veranderingen in de afgelopen jaren zijn gerelateerd aan de coronapandemie. De pandemie had direct invloed op het welzijn van onze studenten en medewerkers. Dit hebben we nauwlettend gemonitord. Als school zijn we open gebleven voor studenten in kwetsbare situaties. En nog hebben we aandacht voor studenten die bijv. een achterstand hebben opgelopen of die kampen met welzijns- of motivatieproblemen. Zo werden ook de mogelijkheden van stage lopen beperkt door de coronapandemie. Wij hebben alles in het werk gesteld om de stages (in aangepaste vorm) door te laten gaan of we hebben alternatieven geboden. Een grote verandering was ook het niet fysiek samen mogen zijn. Dat vroeg bijv. om online lessen en andere voorlichtingsactiviteiten. Dit maakt dat studenten anders zijn voorbereid op hun opleiding in het mbo. De coronapandemie heeft ook indirect invloed bijv. op de veranderde arbeidsmarkt waardoor doorstuderen minder aantrekkelijk is geworden. Deze periode zorgde eveneens voor een positieve invloed doordat we zaken konden versnellen, bijv. op het gebied van digitalisering en flexibilisering. We hebben flink ingezet op maatwerk door flexibilisering, juist in de periode na de pandemie werd het belang ervan steeds duidelijker. Ondanks de coronapandemie hebben we de realisatie van beloften kunnen voortzetten.
Andere veranderingen t.o.v. 2018, zoals de toegenomen individuele aandacht voor begeleiding van studenten, beschrijven we eveneens bij de betrokkenheid van studenten, docenten en partners in de regio in bijlage 10. Daar is ook de betrokkenheid van de SR, OR en RvT beschreven.
Beschrijven
Hier beschrijven we in het kort onze resultaten en benoemen we resultaten waar we bijzonder trots op zijn. Per thema beschrijven wij in bijlage 10 de ontwikkelingen vanaf de beschreven nulsituatie t/m 2022. Ook is per belofte van eind 2022 uitgewerkt wat de mate van realisatie is i.c.m. ingezette maatregelen, geven we bij enkele beloften een verklaring van afwijking en beschrijven we hoe we verder gaan vanaf 2023.
Resultaten
Ondanks de nodige uitdagingen in de afgelopen jaren hebben we 39 van de 45 beloften van eind 2022 gerealiseerd, een resultaat waar we trots op zijn! Wij hebben met deze resultaten samen met partners in de regio doelbewust onze studenten voorbereid op de samenleving van de toekomst, we hebben gewerkt aan een sterke regio en we hebben meer waarde gecreëerd voor een betere wereld.
Er zijn bij de thema’s aansluiting havo, doorstroom mbo-mbo, VSV en Maatregelen BPV en werk zes beloften niet volledig gerealiseerd. Daar hebben we gewerkt vanuit de bedoeling van de beloften. Bij alle beloften zijn de oorzaken geanalyseerd en hebben we vervolgens plannen voor gemaakt. Aan deze beloften blijven we werken d.m.v. het continueren van de ingezette plannen (bijv. plan doorstroom mbo-mbo en plan VSV). Desondanks verwachten we niet dat in 2023 alle percentages gehaald zullen worden.
Trots
Zoals beschreven zijn we trots op de doorontwikkeling van collectief leiderschap, resultaat-gericht werken en onze behaalde resultaten van de afgelopen jaren. Ondanks diverse uitdagingen hebben we de beloften (of de bedoeling ervan) gerealiseerd.
Als we kijken naar de thema’s dan zijn er drie ontwikkelingen waar we bijzonder trots op zijn. Bij het thema Digital Society stond digitale communicatie in het onderwijs centraal. Dit is in versneld tempo ingevoerd vanwege de coronapandemie. De situatie vroeg om direct handelen waardoor een plan van aanpak niet is geschreven maar we al doende aan het werken en leren waren. Digitalisering is een van onze strategische speerpunten en krijgt op deze manier een vervolg in onze strategie.
Ten tweede zijn we trots op hoe hybride onderwijs is ingebed bij alle opleidingen. Onderwijs dat niet alleen plaatsvindt in de school maar ook op locaties in het werkveld en juist sámen met het werkveld. Denk bijv. aan praktijkopdrachten op locaties in het werkveld waar docenten en partners in de regio samen studenten opleiden. Hybride onderwijs is niet meer weg te denken uit ons onderwijs. Het voegt zoveel extra’s voor de studenten toe, we kunnen en willen niet meer zonder. Ook de intensieve samenwerking daarbij met zoveel partners in de regio is ontzettend waardevol.
Tot slot zijn wij bijzonder trots op de groei van maatwerkmogelijkheden voor studenten. Door de flexibilisering in instroommomenten, in opleidingsduur en in het kiezen van de inhoud, is er gewerkt aan gelijke kansen voor onze studenten en nog inclusiever onderwijs. Studenten kunnen bijv. zelf hun examenmoment kiezen of kunnen kiezen uit een breed aanbod van keuzedelen. Flexibilisering wordt ook vervolgd in onze strategie d.m.v. het strategische speerpunt Flexibilisering.
Analyseren
Hier beschrijven we een aantal uitdagingen en succesfactoren die maken dat de beloften (of de bedoeling ervan) zijn gerealiseerd.
Succesfactoren
Een succesfactor is bijv. dat we de Kwaliteitsagenda hebben ingevoerd in onze dagelijkse werkzaamheden (‘business as usual’), zowel van directeuren, management, docenten en andere medewerkers. Voor ons was het werken met de Kwaliteitsagenda een integrale aanpak. Daardoor zien we dat alle thema’s de afgelopen jaren volop de aandacht hebben gehad met als resultaat dat beloften (of de bedoeling ervan) van eind 2020 en 2022 zijn gerealiseerd. We zien dat de themaregisseurs hier een belangrijke rol in spelen. Zij zijn in de afgelopen jaren gegroeid in hun rol en hun thema’s door de jaren heen, waardoor er collectief gestuurd is op het realiseren van beloften. Ook het resultaatgericht werken is een succesfactor die daaraan heeft bijgedragen.
Een andere succesfactor is de innovatiekracht van onze medewerkers en de flexibiliteit daarin, mede gefaciliteerd door extra middelen van het CvB, in het bijzonder ten tijde van de coronapandemie. Bijv. toen fysiek ontmoeten (tijdelijk) niet meer mogelijk was, zijn we razendsnel omgeschakeld naar online lessen met studenten en online samenwerken met partners in de regio. Deze innovatiekracht en flexibiliteit zien we bij veel thema’s terug, bijv. als het gaat om begeleiding van studenten en het leveren van maatwerk voor elke student. De veranderende context vraagt om continu bijsturen en bijstellen. Dit doen we samen! Zo hebben we alle voorgenomen maatregelen ingezet en de (bedoeling van) beloften gerealiseerd.
Wat we ook zien als succesfactor is de intensieve samenwerking onderling en met partners in de regio. Samen kunnen we inspelen op behoeften van studenten en de regio, daardoor zijn er o.a. ook beloften versneld afgerond. Bijv. bij programma’s voor thuiszitters waren we al eerder dan gepland de plannen aan het uitvoeren. Door de efficiënte samenwerking met overheden en partners in de regio was er snel overeenstemming over plannen en konden we aan de slag met elkaar. Die intensieve samenwerking komt terug bij vele thema’s en maakt dat er veel ten positieve is veranderd voor onze studenten.
Met o.a. deze succesfactoren samen hebben wij samen doelbewust onze studenten meer gelijke kansen geboden, hen voorbereid op de samenleving van de toekomst, we hebben gewerkt aan een sterke regio en we hebben meer waarde gecreëerd voor een betere wereld.
Uitdagingen en belemmeringen
Hoewel we trots zijn op de behaalde resultaten, kijken we ook naar de beloften die niet volledig zijn gerealiseerd. Mogelijk hebben we bij sommige beloften te hoge verwachtingen gehad in te behalen percentages. Ook waren de percentages beïnvloed door externe factoren. Vooral waren dat de consequenties t.g.v. de coronapandemie. Een groot aantal studenten kreeg te maken of kampt nog met problemen op sociaal gebied, welzijn en motivatie. Daarnaast hebben we de voorlichting anders vormgegeven waardoor niet altijd de juiste keuze voor een opleiding is gemaakt. Door dergelijke redenen stappen studenten over naar een andere opleiding of verlaten de school vroegtijdig. Daarnaast hebben we te maken met studenten die voor het afronden van een opleiding de arbeidsmarkt instromen zonder diploma i.v.m. de veranderde arbeidsmarkt. Of studenten die daarom na het afronden van hun diploma gelijk gaan werken i.p.v. door te gaan studeren. Dit alles heeft geleid tot verhoogde VSV-cijfers en niet behaalde percentages bij aansluiting havo en doorstroom mbo-mbo.
Ook werken de consequenties van de coronapandemie door bij het thema Maatregelen BPV en werk. Bijv. stageplekken die er niet of minder waren voor Entree en studenten niveau 2 waardoor de tevredenheid niet zo hard is toegenomen als we hadden gewild. Op dergelijke omstandigheden zijn we proactief aan de slag gegaan met maatregelen.
Tevens hadden we de afgelopen jaren te maken met personele krapte. In 2019 hadden we te maken met een onderbezetting bij de themaregisseurs. En in 2020 een tekort aan onderzoekers voor de geplande onderzoeken in 2019-2020 naar doorstroom en VSV. Dit heeft gemaakt dat er in het begin vertraging was bijv. in de onderzoeken en er vertraagd plannen van aanpak geschreven zijn n.a.v. de gedane onderzoeken. Deze zijn allen alsnog opgepakt, geïmplementeerd en worden nog uitgevoerd. Ook een tekort bij HRM maakte dat beleid rondom afspraakbanen niet tijdig is opgepakt.
Het thema Doorlopende leer- en ontwikkellijn aansluiting havo-mbo had de uitdaging om de juiste koers te bepalen om de bedoeling van de belofte te realiseren. Eerst meenden we dat we de scope moesten verbreden naar uitstroom vanaf hbo, omdat havisten alleen een kleine doelgroep is. Maar we zien nu in dat het vooral gaat om een goede overstap naar het mbo voor elke student! Dat doen we vanaf de kennismaking (intake), door het flexibiliseren van onze opleidingen (maatwerk leveren) en de student daar passend in te begeleiden, d.m.v. de visie op Leren, Begeleiden en Waarderen.
Waarderen
Bij Waarderen beschrijven we de zaken waar we tevreden en minder tevreden mee zijn in het werken met de Kwaliteitsagenda in de periode van 2019 t/m 2022.
Tevreden over de voortgang
De waardering die we hier beschrijven is tweeërlei: inhoud en proces. Enerzijds waarderen we de voortgang die geboekt is in 2022 bij de beloften. De beloften (of de bedoeling ervan) zijn gerealiseerd voor eind 2020 en eind 2022, dat waarderen we enorm. Ook waarderen we dat we (waar nodig) de bedoeling voor de beloften voor ogen hebben gehouden en zo doende alles op alles hebben gezet om resultaten positief te beïnvloeden.
Tevreden over de verduurzaming
Bovendien zijn vele beloften verduurzaamd in de organisatie, iets wat we bijzonder waarderen. Thema’s zijn op een natuurlijke manier opgenomen in onze dagelijkse gang van zaken, zoals ondernemerschap. Ook zijn er thema’s en beloften uit de Kwaliteitsagenda die een vervolg hebben gekregen als strategische speerpunt van het Alfa-college: dat gaat over de thema’s Duurzaamheid, Vitaliteit, Digitalisering, Flexibilisering en Leven Lang Ontwikkelen.
Tevreden over de organisatie ontwikkeling
Anderzijds waarderen we het werken met de Kwaliteitsagenda over de gehele periode 2019-2022. Het heeft ons nieuwe inzichten gebracht die we meenemen in de komende jaren. We werden ons steeds meer bewust van waar we naar toe wilden met de beloften en hoe we dat wilden bereiken. Zoals het integraal en collectief verantwoordelijk zijn voor portefeuilles door directeuren en daarin van elkaar leren en met elkaar delen, maar ook resultaatgericht (bij)sturen. Ondanks dat er de nodige uitdagingen waren, hebben we wel kunnen waarmaken wat we beloofd hebben. Wij hebben ervoor gekozen om de Kwaliteitsagenda te verweven in onze ‘business as usual’ en door de jaren heen zien we daar een positief effect van.
Tevreden over de samenwerking
Al deze waardering kan niet zonder de actieve inzet en betrokkenheid van onze medewerkers en partners in de regio. Er wordt enthousiast samengewerkt voor en met studenten. We waarderen enorm ieders inzet! Zonder hen konden de beloften uit de Kwaliteitsagenda niet gerealiseerd worden. De waardering krijgen we eveneens van onze stakeholders. De SR, OR en RvT zijn allen tevreden over de realisatie van beloften van de Kwaliteitsagenda maar ook over de manier waarop er aan de Kwaliteitsagenda is gewerkt. We waarderen alle gesprekken van de afgelopen jaren met onze stakeholders zeer. We zullen onze stakeholders zeker blijven betrekken in het werken met de Werkagenda mbo.
Minder tevreden over deels gerealiseerde beloften
Vanzelfsprekend zijn we minder tevreden over de beloften waar vertraging is opgelopen of waar gestelde percentages niet volledig zijn gerealiseerd. Beloften van eind 2020 die vertraging in de realisatie hadden opgelopen, hebben we alsnog gerealiseerd in 2021 en 2022. Bijv. de visie op Loopbaanoriëntatie en –begeleiding (LOB) had vertraging opgelopen maar is alsnog afgerond en wordt schooljaar 2022-2023 geïmplementeerd. Over de beloften van 2022 die niet volledig zijn gerealiseerd zijn we minder tevreden ondanks onze inspanningen. Want geplande en extra maatregelen zijn uitgevoerd maar door invloed van externe omstandigheden worden niet alle percentages in beloften behaald. Aan beloften die eind 2022 niet volledig zijn gerealiseerd blijven we werken in 2023. Hoe we dat doen staat beschreven in bijlage 10.
Leren
Bij het onderdeel Leren beschrijven we wat we geleerd hebben in de afgelopen jaren in het werken met de Kwaliteitsagenda. Zoals duidelijk mag zijn uit bovenstaande hebben we (bij)geleerd en onszelf continu ontwikkeld en verbeterd. Wat we geleerd hebben delen we in op inhoud en proces. Tot slot blikken we vooruit hoe de inzichten en werkwijzen die we afgelopen jaren door de Kwaliteitsagenda heen hebben opgedaan, in de toekomst blijven gebruiken en versterken.
Proces
Een belangrijk leerpunt is de invulling van de rol van themaregisseur geweest. In 2019 waren de themaregisseurs niet in volle bezetting en de coördinator van de Kwaliteitsagenda was afwezig waardoor we langzaam van start zijn gegaan. In 2020 was elke positie goed ingevuld en ontdekten we dat de rol van themaregisseur vraagt om een actieve houding over de grenzen van de eigen locatie heen. De Kwaliteitsagenda heeft bijgedragen aan de ontwikkeling van collectief leiderschap op directieniveau. Dit collectief leiderschap bracht ons een gezamenlijke integrale verantwoordelijkheid in het monitoren en sturen op het realiseren van beloften. Dit was nog redelijk nieuw in de organisatie en dat was proberen, leren en weer bijsturen. Ook het projectmatig werken was nog best nieuw in de organisatie en heeft de nodige opstarttijd gekost. Dit bespraken we jaarlijks tijdens een DO. De Kwaliteitsagenda heeft op deze manier significant bijgedragen aan de ontwikkeling van collectief leiderschap en resultaatgericht werken en ook in het besef dat de Kwaliteitsagenda integraal onderdeel is van de strategie of de ‘business as usual’.
In 2021 hebben we opnieuw gekeken naar de verdeling van de thema’s bij de themaregisseurs i.v.m. wisseling van directeuren. Door thema’s nog meer aan te laten sluiten bij expertises en portefeuilles van themaregisseurs, kon de rol van themaregisseur verstevigd worden. Ook ontdekten we dat we nog meer samen willen leren als het gaat om de thema’s uit de Kwaliteitsagenda en we niet alleen gericht willen zijn op het realiseren van de beloften. Dat leren hebben we vorm kunnen geven in het DO. We hebben thema’s, zoals ondernemerschap, uit de Kwaliteitsagenda inhoudelijk met elkaar besproken en van elkaar geleerd hoe en ieder een thema op een locatie aanpakt. Zo is er bewust van elkaar geleerd de afgelopen jaren en is er meer zicht gekomen op wat er op de locaties gebeurt.
Inhoud
We ontwikkelden in de afgelopen jaren een bredere blik in het kijken naar de achterliggende bedoeling van de beloften. Dit heeft geholpen in het verbreden van de scope van beloften. Bijv. bij het thema aansluiting havo waar we onze aandacht vooral hebben gericht op passende voorlichting en het leveren van maatwerk voor iedere student.
Ook op thema niveau is er geleerd. Het sturen op beloften en het omgaan met de nodige beschreven uitdagingen, maakte dat er continu geleerd en bijgestuurd werd in de thema’s. In het bijsturen leerden we dat het thema gelijke kansen een belangrijk thema is. We geven in de periode die voor ons ligt prominent aandacht aan gelijke kansen voor elke student. Wij zijn daar afgelopen jaren extra stappen in gaan zetten, zoals een werkgroep ‘Werken voor iedereen’ en ‘Studeren voor iedereen’. Vanuit de laatste werkgroep is er bijv. de pilot ‘Inclusief onderwijs mbo’ ontstaan. Jongeren met een licht verstandelijke beperking krijgen op het mbo op maat les en werken samen met studenten van bijv. de opleiding Maatschappelijke zorg/ Verzorgende. We leren hiervan dat we bezig zijn met relevante thema’s die aansluiten bij landelijke ontwikkelingen zoals gelijke kansen. Dat thema is ook een van de drie prioriteiten in de Werkagenda mbo (‘Het bevorderen van kansengelijkheid’).
Toekomst
We gaan door met relevante thema’s en onze werkwijze waarbij we de integraliteit tussen strategisch beleid en Werkagenda mbo versterken door prioriteiten uit de Werkagenda mbo integraal onderdeel van de strategische koers te maken. Samen met onze stakeholders hebben we de strategische koers herijkt. Duidelijk is dat samenwerken, het co-makership, nog belangrijker is geworden in de afgelopen jaren. Samen met medewerkers, studenten en partners in de regio. De titel van de nieuwe strategische koers vanaf 2023 is dan ook ‘Samen vinden we het uit’. Met daarbij de volgende koersuitspraken:
- Samen ontwikkelen we het talent van iedere student.
- Samen werken we aan een sterke regio.
- Samen creëren we een betere wereld.
De monitoring van de voortgang van de strategische koers en Werkagenda mbo gebeurt integraal in de planning en control cyclus Alfa-Kompas. In Alfa-Kompas sturen we m.b.v. stuurinformatie. Wat o.a. voortkomt uit een leerpunt van de afgelopen jaren, om beloften en indicatoren meetbaar, haalbaar en realistisch te formuleren. Door deze werkwijze versterken we de collectieve verantwoordelijkheid van de directeuren, het resultaatgericht werken en brengen we samen prioriteiten aan in onze werkzaamheden. Prioriteiten stellen is iets wat we ook geleerd hebben afgelopen jaren en nemen we mee in Alfa-Kompas.
Afsluitend
Tot slot kunnen we stellen dat de titel van het bestuursakkoord 2018-2022 waarop de Kwaliteitsagenda 2019-2022 is geschreven, ‘Trots, vertrouwen en lef’, ook nu de juiste woorden zijn om mee af te sluiten. Terugkijkend zien we dat juist deze woorden de lading dekken als het gaat om onze ontwikkeling als Alfa-college in de afgelopen jaren. Met vertrouwen in onszelf en in onze stakeholders zijn we dit traject aangegaan. Er was de nodige portie lef voor nodig om buiten de lijntjes te durven kleuren; niet alleen te kijken naar de beloften ansicht maar ook te kijken naar de bedoeling van de beloften. Ook hadden we lef nodig om ons als organisatie te ontwikkelen in collectief leiderschap en resultaatgericht werken. Nu afrondend kunnen we stellen dat we trots zijn op de behaalde resultaten! We hebben onze (bedoeling van) beloften waargemaakt en ons als organisatie ontwikkeld. De ingezette middelen zijn ten goede gekomen aan innovatief onderwijs, aan gelijke kansen voor elke student en in het bijzonder aan kwetsbare jongeren. Zo bereiden wij doelbewust, samen met partners in de regio, onze studenten voor op de samenleving van de toekomst, hebben we gewerkt aan een sterke regio en hebben wij meer waarde gecreëerd voor een betere wereld. Met vertrouwen zien wij de toekomst tegemoet.
2.6.2. Practoraat ‘Verschillen waarderen’
Verlenging practoraat Verschillen Waarderen tot april 2026
De opbrengsten van het practoraat 2022:
- Methode Team inclusief doorontwikkeling: Landstede en MBO Utrecht nemen vanaf 2021 deel aan dit tweejarig project waarbij een team, bestaande uit medewerkers uit alle lagen van de organisatie en een student twee jaar lang kansen en belemmeringen betreffende diversiteit en inclusie identificeren. Zij ontwikkelen en implementeren interventies die de kansen versterken en de belemmeringen oplossen. (in samenwerking met ROC van Twente, Lectoraat Wereldburgerschap en lectoraat Inclusief Education Haagse Hogeschool). In 2022 hebben tweedaagse bijeenkomsten van de teams plaatsgevonden, waren teams aan de slag op hun school en zijn data verzameld voor rapportage in 2023.
- Methode Caleidoscopisch Kijken naar Complexe Vraagstukken: Bijbehorend boek is gepresenteerd in juni 2022 tijdens het festival Met Andere Ogen. Bijbehorende lezing en workshop zijn op vier mbo-scholen van de federatie gehouden, bij een bijeenkomst van de MBO Raad, bij Diversity Day op Hogeschool Windesheim, bij de bijeenkomst van Stichting School, de Landelijke Practoratendag, Verus Dag en Veiligheid en bij ROC van Amsterdam.
- Onderzoek en toename kennis over inclusieve schoolpraktijken in het mbo en verbinding met de scholen: docent-onderzoekers en studenten van de lerarenopleiding Windesheim hebben op vijf scholen van de federatie onderzoek gedaan over het thema Diversiteit, Inclusie en Gelijke kansen op school. Onderzocht zijn beleidsdocumenten en vacatureteksten. Docenten en adviseurs zijn bevraagd in hoeverre de visie rondom Diversiteit en Inclusie terug is te zien in hun praktijk. De resultaten zijn samengevat in een artikel dat in 2023 zal verschijnen in Profiel. Aanbeveling voor vervolgonderzoek: onderzoeken hoe aandacht aan levensbeschouwelijke diversiteit vorm kan krijgen in het mbo.
- Practor heeft geadviseerd bij besturen en Raad van Toezicht bij verschillende scholen van de federatie en bij de herijking kennispunt Gelijke kansen, Diversiteit en Inclusie mbo-raad.
- Medewerking aan festival met andere Ogen.
- Samenwerking met VU, Thomas Moore Hogeschool, Auctoraat aan kenniswerkplaats: The Home we Build together: Doel is om onderzoek te verdiepen waardoor de impact van het practoraat op de body of knowledge rondom inclusie in het mbo vergroot wordt.
- Impact practoraat: Practoraat verzorgde workshops en lezingen: Friese Poort, Alfa-college, Landstede, mbo-raad, Stichting School en Veiligheid, MBO Utrecht, Verus, Vrije Universiteit, Windesheim, ROC van Amsterdam
2.6.3 Lectoraat ‘Ondernemen in verandering’
Het lectoraat Ondernemen in Ontwikkeling is een samenwerking tussen Alfa-college en Hanzehogeschool Groningen onder leiding van lector Alexander Grit. Het doel is om door middel van toegepast onderzoek het ondernemende vermogen van individuen/organisaties en het het ondernemerschapsonderwijs te versterken. Het lectoraat maakt daarbij gebruik van een gecombineerde kenniskring bestaande uit mbo/hbo docenten en werkveld. Voor 2022 is afgesproken dat het lectoraat (a) werkt aan de professionalisering van de (ondernemerschap) docent en (b) experimenteert met het versterken van het ondernemend vermogen van studenten in multidisciplinair en multilevel-settingen via participatieve methoden en (c) teams helpt met het inrichten van ondernemend en uitdagend onderwijs.
De professionalisering van de docenten in 2022 heeft plaatsgevonden binnen het kader van O2Lab Noord, een samenwerkingsverband tussen Noordelijke onderwijsinstellingen mbo/hbo, werkgevers via VNO-NCW en de regionale onderwijshubs op het gebied van het stimuleren van ondernemerschapsonderwijs. Het lectoraat heeft een grote rol gespeeld bij de inhouds-bepaling en uitvoering van de tien dagdelen docententraining. Daarnaast is het lectoraat betrokken bij het organiseren van docent-uitwisselingen en het interactief delen van best practices en kennisbijeenkomsten bij het O2Lab Noord.
Het lectoraat heeft met behulp van docent-onderzoekers met een drietal docententeams van Alfa-college geëxperimenteerd met de inzet van de Kritische Vriend Methode als participatieve methode teneinde het ondernemende gedrag van de studenten te versterken. Door middel van de Kritische Vriend Methode zijn studenten op interactieve manier in contact gekomen met ander mbo/hbo/wo studenten en werkveld op verschillende locaties bij het uitwerken van een vraagstukken. Het idee is dat in 2023 zowel het aantal studenten als de plekken waar met de Kritische Vriend Methode wordt gewerkt fors wordt uitgebreid. Als valorisatie van het onderzoek is in 2022 het werkboek 'Versterk het ondernemend vermogen; De kritische vriend methode als succesfactor' uitgekomen bij uitgeverij Noordboek naast academische publicaties. Het lectoraat en de kenniskring hebben daarnaast een adviserende rol bij het ontwerpen van de integratie tussen onderwijs en praktijk. In dit kader heeft het lectoraat actief geparticipeerd in vijf initiatieven, waaronder de scholen-uitwisseling 'Wij hebben de Toekomst' van Nationaal Plan Groningen.
2.6.4 VAVO
Leerstrategieën
Vorig jaar hebben we kennisgemaakt met een aantal leerstrategieën. Dit jaar zijn de leerstrategieën voor de vavo leerlingen onderwerp van gesprek tijdens de bijeenkomsten van de leerkrachtgroepen. Daardoor doen we ervaring op en delen we die ervaringen met het team. Leerlingen hebben de uitgewerkte strategieën in de vorm van een bureau-stander gekregen en in verscheidene lessen wordt expliciet gewerkt met dit materiaal. We werken aan verdere ontwikkeling en verdieping van de ervaring met de strategieën.
Verbinding
Het afgelopen jaar heeft een werkgroep ‘Verbinding’ initiatieven ontplooid om te komen tot meer verbinding tussen leerlingen van het vavo. Een gezamenlijke bowlingavond voor Schakelklas, Voorbereidend Jaar en vavo is georganiseerd. Er zijn meer activiteiten in ontwikkeling.
Alternatieve leerroutes
In 2022 is een alternatieve leerroute opgezet voor leerlingen havo 4 die dreigen vast te lopen. Dit onder de noemer ‘Pitstop’. Pitstop is in samenwerking met het Montessori Lyceum, het REA-college, het Samenwerkingsverband Groningen-Stad en het vavo opgezet. Doordat het Montessori Lyceum een andere koers is gaan varen is het niet tot uitvoering gekomen. Op dit moment vindt er overleg plaats tussen REA-college en vavo om na te gaan of er nog tot een aanbod gekomen kan worden.
Met de Erasmusschool zijn er contacten gelegd om havo-onderwijs aan hun leerlingen aan te kunnen bieden. De eerste twee leerlingen van de Erasmusschool volgen dit jaar een vak (Bedrijfseconomie) aan het vavo.
Beroepshavo
In samenspraak met het team Human Technology van het Alfa-college is het idee van een Beroepshavo uitgewerkt. Human Technology en HT gaan gezamenlijk een flexibele mbo route aanbieden die kan leiden tot een mbo-kwalificatie, een hbo-toegang met keuzedelen bij het vavo of een hbo-toegang met havo certificaten. In het studiejaar 2023-2024 wordt de Beroepshavo aangeboden.
Examenresultaten
Diplomaleerlingen | Geslaagd | Afgewezen | ||
Aantal | Percentage | Aantal | Percentage | |
VWO | 65 | 94,20% | 4 | 5,80% |
HAVO | 92 | 93,90% | 6 | 6,10% |
VMBO | 11 | 91,70% | 1 | 8,30% |
Totaal | 168 | 93,90% | 11 | 6,10% |
Certificaatleerlingen | Vakken | ||
Aantal | Gehaald | Percentage | |
VWO | 56 | 42 | 75,00% |
HAVO | 75 | 57 | 76,00% |
VMBO | 23 | 19 | 82,60% |
Totaal | 154 | 118 | 76,60% |
Onderwijsroute
In 2022 is in samenwerking met de Hanzehogeschool, de RUG en het Drenthe College gewerkt aan het aanbieden van de onderwijsroute voor inburgeraars in het kader van de Wet Inburgering. De voorbereidingen zijn getroffen om in 2023 te komen tot een gezamenlijk opgezet aanbod voor inburgeraars op de verschillende onderdelen van de onderwijsroute.
2.6.5 Educatie en Inburgering
Educatie
Voor educatie geldt, voor zowel de locaties Groningen, Hoogeveen en Hardenberg, dat we een uitgebreid lesaanbod hebben neergezet. Voor Groningen is de uitvoering samen met het Noorderpoort. De realisatie van de aanbesteding is geïmplementeerd. In dit traject is het Alfa-college hoofdaannemer en het Noorderpoort onderaannemer. Concreet betekent dit dat wij de formele trajecten uitvoeren en het Noorderpoort de non-formele trajecten. Elk jaar sluiten tientallen mensen hun educatietraject af met een diploma. Daarnaast hebben we een groot netwerk van taalhuizen in de regio Groningen. We merken dat door samen te werken met andere partijen, de doorstroom van cursisten soepel verloopt. Voor de betrokken gemeenten in onze regio’s zijn wij een belangrijke samenwerkingspartner op het gebied van educatie en laaggeletterdheid. Dit komt tot uiting in langdurige rendabele contracten en/of aanbestedingen.
Inburgering
Op de locaties in Groningen, Hardenberg en Hoogeveen wordt intensief samengewerkt op het gebied van inburgering. Samen houden we het keurmerk ‘Blik op werk’ in stand en zorgen voor een goede afstemming over de uitvoering van uniforme processen. De oude wet inburgering wordt op alle locaties nog uitgevoerd, maar zijn we geleidelijk aan het afbouwen. We zijn er met zijn allen in geslaagd om 2022 af te sluiten met een financieel positief resultaat. De locatie Hardenberg heeft overeenstemming bereikt met de gemeente over het uitvoeren van de nieuwe wet inburgering; dit betreft de Z-route en de B-1 route. De eerste cursisten zijn inmiddels begonnen met dit traject. De locaties Groningen en Hoogeveen hebben besloten om zich niet in te schrijven op de aanbesteding van deze routes.
Vooruitblik
Onderwijsroute
Voor de Arbeidsmarktregio Groningen en Arbeidsmarktregio Emmen (in totaal 20 gemeenten ) hebben we samen met het vavo (zie paragraaf 2.6.4) gedegen lesaanbod voor de onderwijs-route gecreëerd. Dit zijn schakeltrajecten naar mbo niveau 2, 3 en 4, hbo en universiteit. In dit traject zijn wij hoofdaannemer en het Drenthe College onderaannemer. De verwachting is dat we in februari 2023 de eerste groepen zullen kunnen gaan starten.
Overig lesaanbod
Voor de locaties Groningen, Hoogeveen en Hardenberg worden bij verschillende bedrijven of instellingen cursussen aangeboden op locatie. We gaan dit aanbod volgend jaar uitbreiden. Dit jaar hebben we van diverse gemeenten de vraag gekregen om lessen voor Oekraïners te organiseren. De verwachting is dat het aantal groepen in 2023 zal toenemen.
2.6.6 Rijnlandinstituut
Het Rijnland Instituut is een samenwerkingsverband tussen NHL Stenden hogeschool, Alfa-college, Hanzehogeschool, Hochschule Osnabrück, verschillende Berufsbildende Schulen in Lingen (Wirtschaft&Verwaltung, Technik&Gestaltung, Agrar&Soziales), de Gewerbliche Berufsbildende Schule am Westerberg (Osnabrück) en Drenthe College. Het is een kennisinstituut en netwerk voor internationale samenwerking in de grensregio Nederland - Nedersaksen, waarin kennis wordt ontwikkeld, gedeeld en toegepast door en voor het regionale beroepsonderwijs (hbo en mbo) en met partners in de beroepenvelden.
Ons doel is om de kansen voor onze studenten en ook de huidige professionals (zittende medewerkers) op de arbeidsmarkt te vergroten door middel van een 360 graden arbeids- en kennismarkt.
Op verzoek van het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, de Provincies Drenthe, Groningen en Overijssel onderzoekt het Rijnland Instituut de Euregionale/binationale competenties binnen twee mbo-beroepen waarnaar de vraag in de toekomst groot zal zijn. Op basis van dit onderzoek is medio 2020 een aanbeveling geschreven om de curricula aan weers-zijden van de grens op elkaar te laten aansluiten. In 2022 zijn wij gestart met het ontwikkelen van twee binationale mbo-curricula voor de IT-sector en de detailhandel. In 2023 hebben wij twee binationale mbo-curricula als 'blauwdruk' ontworpen, die ook toepasbaar zijn voor andere Europese grensregio’s.
Daarmee versterken wij de grensoverschrijdende samenwerking in onderzoek, onderwijs en ontwikkeling. Wij willen studenten opleiden, die Europees denken, studeren en werken met de juiste euregionale competenties.
Het Rijnland Instituut stelt zich dan ook ten doel om de Euregionale ontwikkeling in Noordoost-Nederland en Noordwest-Duitsland te bevorderen door het opzetten en onderhouden van een duurzaam regio dekkend kennisnetwerk met als oogmerk het creëren van een kennisregio gericht op het grensoverschrijdend/Euregionaal opleiden, studeren, werken, wonen en leven. Het Rijnland Instituut bouwt daarmee aan een arbeids- en kennismarkt, waarin vakmensen worden opgeleid voor een krachtige, attractieve en dynamische grensregio. Kortom: Het Rijnland Instituut leidt op voor Europa.
2.6.7 Skills4Future
Skills4Future is de samenwerking tussen bedrijven, onderwijsinstellingen en overheden uit zes gemeentelijke kernen binnen de Regiodeal Zuidoost Drenthe en Noord-Overijssel met als focus digitalisering van de industrie en excellent vakmanschap. De bedrijven die meedoen behoren tot de maakindustrie, (groene) chemie en technische installatiebranche. Het programma kent twee programmalijnen namelijk onderwijsvernieuwing en kennisdeling en innovatie. De doelen zijn: het vergroten van de, aan Smart Industry gerelateerde, skills van studenten en mede-werkers, het vergroten van de wendbaarheid en flexibiliteit van het onderwijs en een sterk regionaal innovatief kennisnetwerk.
Onze ontwikkelstrategie spitst zich toe op clustervorming en op het versterken van de onderwijspropositie. Hierbij moet opgemerkt worden dat er in de regio geen of nauwelijks sprake is van clustervolwassenheid. In samenwerking met de clusters van bedrijven is onder andere de ontwikkeling gestart van de opleiding tot verspaningstechnoloog, enkele keuzedelen waaronder de lasrobotprogrammeur en het skillslab industrial vision. Tegen de achtergrond van personele schaarste in zowel het (technisch) bedrijfsleven als het beroepsonderwijs worden resultaten zichtbaar door de inzet en samenwerking van docenten, opleidings-managers en het regionale bedrijfsleven.
Langs de lijn van leven lang ontwikkelen en sociale innovatie willen wij de clustervorming verder ontwikkelen. Door te experimenteren met andere vormen van onderwijs en de ontwikkeling van leerkringen denken wij vanuit sociale innovatie een vliegwiel te hebben. Het is een volgende stap in het programma dat in samenwerking met de pps IQ Boulevard en Greenwise campus verder tot stand komt.